De samenleving is in beweging. Dat betekent ook dat er ontwikkelingen komen waar nu nog geen rekening mee wordt gehouden. Bijvoorbeeld de aanhoudend hoge inflatie heeft invloed op burgers en bedrijven en dit gaat ook gevolgen hebben voor onze bedrijfsvoering die we nu nog niet volledig overzien. Daarnaast zijn er 22 november 2023 verkiezingen voor de Tweede Kamer. Plannen van een nieuw kabinet hebben ook altijd weer gevolgen voor onze bedrijfsvoering. Het is daarom verstandig om middelen te reserveren voor eventuele tegenvallers. Hoeveel we moeten reserveren relateren we aan de risico’s die we lopen. We reserveren in ieder geval € 5.000.000 om risico’s af te dekken. Ook alleen al het inventariseren van de risico’s helpt al bij het inspelen op de mogelijke gevolgen. We letten meer op de risico’s en proberen eerder in te grijpen. Overigens is het voorkomen van risicovolle activiteiten geen doel op zich. Grondexploitatie wordt bijvoorbeeld gezien als een van de risicovolle activiteiten van gemeenten maar dit is ook een krachtig instrument om inhoudelijke beleidsdoelen te bereiken en levert regelmatig ook geld op. Rijksbezuinigingen op het Gemeentefonds zijn een gebeurtenis die niet heel onwaarschijnlijk is met een grote impact op onze bedrijfsvoering. Deze paragraaf gaat niet over dergelijke algemene risico’s met een veel meer structureel budgettair effect. Reserveren is ook geen afdoende oplossing voor dit soort structurele tegenvallers.
Weerstandsvermogen
Wettelijk kader
Terug naar navigatie - Wettelijk kaderHet algemeen wettelijk kader met betrekking tot weerstandsvermogen en risicobeheersing is beschreven in het besluit begroting en verantwoording. Het BBV schrijft voor dat er een paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgenomen in de begroting en jaarrekening. In deze paragraaf moet in ieder geval staan:
-
- Het beleid met betrekking tot de weerstandscapaciteit en de risico’s.
- Een inventarisatie van de risico’s.
- Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit.
- Een aantal verplichte kengetallen en beoordeling van hun onderlinge verhouding.
Inventarisatie risico's
Terug naar navigatie - Inventarisatie risico'sAls we ons verdiepen in risico's kunnen we zeer omvangrijke overzichten maken van alle mogelijke risico's. Dat is niet de scope van deze paragraaf, we pretenderen ook niet volledig te zijn. Er zijn altijd risico’s die we nog niet onderkennen. De volgende risico's nemen we niet mee:
- Alle risico's met een uiterst kleine kans.
- Alle risico's met een kleine kans en tegelijk ook kleine financiële gevolgen.
- Alle risico's die we als gemeentelijke organisatie onderkennen en waarvoor we afdoende interne beheersmaatregelen hebben genomen.
- Alle risico's die via verzekeringen voldoende afgedekt zijn.
Toelichting op gehanteerde begrippen:
- Geschatte omvang: hoe groot is het financieel gevolg als dit risico zich op enig moment voordoet.
- Geschatte kans: hoe groot is de kans dat dit risico zich in dit begrotingsjaar voordoet. Als we inschatten dat een risico zich hooguit eens in de 10 jaar voordoet, rekenen we met een kans van 1/10 = 10%.
- Financieel effect is de uitkomst van de omvang vermenigvuldigd met de kans. Wanneer de omvang en de kans goed zijn ingeschat zou de optelling de uitkomst in een gemiddeld jaar zijn. Jaren waarin alle of geen van de risico’s zich voordoen zijn immers veel onwaarschijnlijker dan een mix van wel en niet.
- De genoemde omvang en kans zijn inschattingen van verschillende medewerkers van onze organisatie.
- We hebben beperkt feitenmateriaal waarmee we de inschattingen kunnen onderbouwen. We vinden dat deze schatting voldoende is voor het doel van deze paragraaf: het bepalen van het (benodigde) weerstandsvermogen.
Risico | Geschatte omvang in € | Geschatte kans in % | Financieel effect van het risico in € |
Samenwerkingspartijen (GR'en/DVO's) | 20.000.000 | 5 | 1.000.000 |
Sociaal domein Jeugdwet | 11.000.000 | 10 | 1.100.000 |
Sociaal domein WMO | 10.000.000 | 10 | 1.000.000 |
Klimaatveranderingen | 5.000.000 | 5 | 250.000 |
Privacy/Datalek | 820.000 | 10 | 82.000 |
Uitval ICT | 1.000.000 | 10 | 100.000 |
Garantiestelling Laarberg | 12.500.000 | 2 | 250.000 |
Overige Garanties | 2.200.000 | 2 | 44.000 |
Waarborgfonds Sociale Woningbouw | P.M. | - | P.M. |
Stimuleringsfonds volshuisvesting (SVN) | 3.500.000 | 1 | 35.000 |
Uitstaande gelden | 20.000.000 | 1 | 200.000 |
Organisatorische risico's | 500.000 | 20 | 100.000 |
Beheer voormalige vuilstortplaats Langenberg | 1.000.000 | 2 | 20.000 |
Planschadeclaims | 250.000 | 10 | 25.000 |
Totaal | 87.770.000 | 4.206.000 |
Rondom de invoering van de Omgevingswet zien we ook nog steeds een aantal risico’s waarvan we de eventuele uiteindelijke financiële impact en kans moeilijk kunnen schatten, maar die we niet onvermeld willen laten. Het betreft:
- Onzekerheid effect legesinkomsten; door de gelijktijdige invoering van de Wet kwaliteitsborging valt de technische toetsing van bouwaanvragen weg. Hiervoor worden dan ook geen leges meer geheven. Bouwleges bestaan, naast de technische toets uit nog meer onderdelen zoals de planologische toets en welstandstoets. Wij onderzoeken hoeveel tijd de verschillende onderdelen kosten en wat het effect is van het wegvallen van de technische toets op onze legesinkomsten.
- Het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) wordt het nieuwe digitale portaal voor alle aanvragen en communicatie met de overheid over omgevingsvergunningen. Er zijn zorgen over kwaliteit, beheer, en kosten van dit DSO.
Inventarisatie weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteitOnze weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve. De gehele algemene reserve van € 26.320.000 is beschikbaar als weerstandscapaciteit en er zijn geen claims op de algemene reserve.
Daarnaast is in de begroting € 200.000 opgenomen voor onvoorzien. Dit komt overeen met het bedrag dat is opgenomen in de financiële verordening. We tellen de post onvoorzien niet bij de weerstandscapaciteit.
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteitAls we de algemene reserve van € 26.320.000 relateren aan de risico's die we voor 2024 hebben geïnventariseerd van € 4.206.000 dan komt het weerstandsvermogen uit op 6,3. Dit is uitstekend.
De algemene reserve is ook (tijdelijke) buffer voor nadelen in algemene zin die op ons afkomen zoals langetermijngevolgen van de hoge inflatie en eventuele Rijksbezuinigingen.
Risicobeheersing
Terug naar navigatie - RisicobeheersingRisicomanagement bestaat niet alleen uit het inventariseren van risico’s. Het gaat juist ook om het in kaart brengen van maatregelen die leiden tot het voorkomen en/of beter beheersen van risico’s. In 2024 richten we ons op het bestendigen van de interne controlefunctie.
Kengetallen financiële positie
Terug naar navigatie - Kengetallen financiële positieVanaf de begroting 2016 moeten we ook financiële kengetallen opnemen in de begroting en jaarrekening.
Het gaat om 6 kengetallen die we hierna kort toelichten.
- Netto schuldenquote
De netto schuldenquote geeft aan of de gemeente haar schulden kan betalen met de inkomsten die ze heeft. De richtlijn van de provincie Gelderland is dat bij een netto schuldenquote van 90% een risico ontstaat. Bij een schuldenquote boven de 130% is de gemeente nauwelijks nog in staat de schulden te betalen. - Netto schuldenquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Als we geld uitlenen levert dat inkomsten op. Die inkomsten dekken een gedeelte van de schuld. Daarmee zijn we in ieder geval al in staat een gedeelte van de schuld te betalen. Er zit natuurlijk wel een risico aan het uitlenen van geld. Degene die het geld leent kan misschien het geld niet terugbetalen. De provincie Gelderland hanteert dezelfde percentages voor de risicobepaling als bij de netto schuldenquote. - Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft aan of de gemeente haar schulden kan betalen. Het gaat er hier dus niet om of de schulden betaald kunnen worden uit de inkomsten maar ook uit het bestaande bezit. De provincie Gelderland vindt een solvabiliteit van minder dan 50% al risicovol en een solvabiliteit van minder dan 20% erg risicovol. In het beleid bestemming overschotten hebben wij de grens gesteld dat we bij een solvabiliteit van minder dan 35% eerst de algemene reserve aanvullen. - Structurele exploitatieruimte
Met dit kengetal kunnen we zien of we structureel in staat zijn de lasten die we als gemeente hebben ook te kunnen betalen. Dit kengetal is uiteindelijk het belangrijkst voor de vorm van toezicht waar de provincie Gelderland ons onder plaatst. Voor het repressief toezicht is het van belang dat of de begroting of de meerjarenraming een kengetal laat zien dat groter is dan 0%. Wij streven naar een situatie waarbij de begroting en de meerjarenraming een percentage groter dan 0 laten zien. - Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe de waarde van de gronden zich verhoudt tot de inkomsten van de gemeente. De provincie Gelderland vindt een percentage minder dan 20 weinig risicovol. Een percentage van meer dan 35 is volgens de provincie Gelderland erg risicovol. - Belastingcapaciteit
Dit kengetal laat zien hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Het cijfer is er alleen op gericht om gemeenten te kunnen vergelijken op dit gebied. In het cijfer zijn alle gemeentelijke woonlasten meegenomen. Als het percentage onder de 100 ligt heffen we minder belasting dan gemiddeld in Nederland. Is het percentage hoger dan 100 dan heffen we meer belasting dan gemiddeld in Nederland. Er wordt geen rekening gehouden met de verschillen die er tussen gemeenten bestaan. De provincie Gelderland vindt een percentage van meer dan 105 erg risicovol.
We zien dat de investeringswensen voor de komende jaren leiden tot een verslechtering van de financiële positie. Het doen van investeringen vraagt dat we meer geld lenen. Dit gaat ten koste van de solvabiliteit. De voorgenomen verhoging van de OZB leidt tot een stijging van de belastingcapaciteit.
Kengetallen | Jaarrekening 2020 | Jaarrekening 2021 | Jaarrekening 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 |
Netto schuldenquote | 41,19% | 44.19% | 38,04% | 74,01% | 57,08% | 47,42% | 56,07% | 54,49% |
Netto schuldenquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 9,51% | 12,12% | 10,53% | 50,80% | 30,50% | 36,19% | 44,20% | 42,27% |
Solvabiliteitsratio | 50,22% | 49,56% | 50,90% | 36,62% | 41,70% | 44,65% | 42,89% | 43,68% |
Structurele exploitatieruimte | 0,37% | 3,73% | -0,56% | 0,11% | 1,37% | 1,71% | -4,81% | -6,06% |
Grondexploitatie | 3,00% | 2,53% | 1,05% | 5,14% | 1,04% | 1,04% | 1,10% | 1,13% |
Belastingcapaciteit | 114,36% | 116,71% | 88,48% | 99,27% | 95,65% | 95,65% | 95,65% | 95,65% |