Grondbeleid

Wat speelt er?

Terug naar navigatie - Wat speelt er?
  • De voorraad beschikbare kavels die de gemeente zelf kan uitgeven is afgelopen jaren afgenomen. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden kan het wenselijk zijn om de gebiedsontwikkeling als gemeente te realiseren en daarvoor de benodigde grondposities te verwerven. De betaalbaarheid van (nieuwe) woningen staat door de gestegen bouwkosten en oplopende rente onder druk. Dit heeft ook een drukkend effect op de grondwaarde. Het blijft van belang om bij planontwikkelingen een balans te vinden tussen het gewenste woningbouwprogramma en de economische uitvoerbaarheid.
  • Samen met de regio gemeenten analyseren we het regionale en lokale aanbod van bedrijventerreinen en de verwachte toekomstige vraag naar ruimte om uit te breiden of te verplaatsen. De kwantitatieve en kwalitatieve analyse werken we uit in de actualisatie van het Regionaal Programma Werklocaties (RPW). Dit vormt voor de provincie Gelderland het kader voor het toetsen van ruimtelijke plannen die in een uitbreiding van de bestaande plancapaciteit voorzien.
  • Per 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. We zien daarin ook aanleiding om de kaders voor het gemeentelijk grondbeleid en de uitgangspunten voor kostenverhaal (bij gebiedsontwikkeling door particuliere grondeigenaren en ontwikkelaars) vast te stellen. We stemmen dit traject af op de Omgevingsvisie, om daarmee in te kunnen spelen op mogelijke bijdragen aan wenselijke ruimtelijke ontwikkelingen.

Wat zijn de kosten?

Terug naar navigatie - Wat zijn de kosten?

Verwachte resultaten grondexploitaties
In de begroting voor het jaar 2024 is het onderdeel grondexploitatie kostenneutraal opgenomen. Een verklaring daarvoor is dat de uitgaven en inkomsten tijdens de looptijd worden gemuteerd op de boekwaarde van de voorraden Bouwgrond in exploitatie. Winsten worden verantwoord naar rato van de voortgang volgens de ‘percentage of completion’ methodiek die door de commissie BBV is voorgeschreven. Verliezen worden genomen zodra deze voorzienbaar zijn. In de begroting is het uitgangspunt dat winsten en verliezen worden toegevoegd of onttrokken aan de bestemmingsreserve grondexploitatie. Deze reserve dient tevens als weerstandsvermogen voor het opvangen van risico’s. 
 
Totaal verwachten we op basis van het MPG 2023 voor alle lopende grondexploitaties in 2024 circa € 950.000 uitgaven en € 2.975.000 opbrengsten. Volgens de huidige planningen worden in 2024 een vijftal complexen afgerond. Dat betreffen de woningbouwplannen Garver in Haarlo, Vonderman in Noordijk, Hondelink in Neede, Elbrink-Heure in Borculo en Leusinkbrink Zoomgebied in Ruurlo. Volgens de “percentage of completion” methode bedraagt de verwachte tussentijdse winst op de bouwgronden in exploitatie in 2024 circa € 750.000.

De daadwerkelijke exploitatieresultaten zijn sterk afhankelijk van de economische omstandigheden. De beschikbaarheid van bouwmaterialen en arbeidscapaciteit vormen een aandachtspunt voor de doorlooptijd van plannen. Prijsinflatie en renteontwikkelingen zijn van invloed op investeringsbeslissingen die kopers van woningen en bedrijven maken.
 
Risico’s grondexploitaties
De algemene reserve grondexploitaties moet toekomstige tegenvallers op kunnen vangen. Het is daarom belangrijk om een goede inschatting te maken van eventuele risico’s. De hoogte van de reserve grondexploitaties stemmen we daar op af. We hanteren daarbij een minimale ondergrens en een plafond.
 
De gemeente werkt met een methode van risicomanagement om de kans op toekomstige tegenvallers en meevallers zo goed mogelijk te berekenen en in geld uit te drukken. In de analyse hanteren we scenario’s waarbij gerekend wordt met verschillende marktrisico’s en project-specifieke risico’s. De marktrisico’s omvatten kostenstijgingen (inflatie), daling van gronduitgifteprijzen en vertraging van het uitgiftetempo.
 
Reserve grondexploitatie in relatie tot becijferde risico’s
De algemene reserve bouwgrondexploitatie bedraagt op 1 januari 2023 € 5.987.000. Het berekende risico ligt, afhankelijk van het scenario, in de bandbreedte van € 800.000 tot € 1.000.000. Het beschikbare weerstandsvermogen kwalificeert als uitstekend.