Bijlage 1: Verplichte beleidsindicatoren

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

In deze bijlage zijn de verplichte indicatoren opgenomen zoals voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording. De beleidsindicatoren hebben in de meeste gevallen geen relatie met onze doelstellingen en activiteiten. De gegevens worden voor het grootste gedeelte via de website 'waar staat je gemeente' verzameld. Daar worden de nieuwste beschikbare cijfers gepubliceerd, net zo als de vergelijking met Nederland. De cijfers in deze bijlage zijn van 5 september 2022.

Een passende woning

Terug naar navigatie - Een passende woning
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Nieuwgebouwde woningen per 1.000 woningen 2016 2,4 7,2 Basisregistraties adressen en gebouwen - bewerking ABF Research Nieuwgebouwde woningen, exclusief overige toevoegingen, zoals transformaties.
2017 6,2 8,2
2018 4,1 8,6
2019 3,5 9,2
2020 5,1 8,9
2021 5,1 8,9
2022 3,3 9,3
2023 3,2 9,1
Demografische druk % 2016 81,7 68,5 CBS Statistiek Bevolking - bewerking ABF Research De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
2017 81,8 69
2018 82,8 69,6
2019 83,9 69,8
2020 84 70
2021 83,3 70,1
2022 83,5 70,3
2023 83,7 70,3
2024 84,6 70,4

Onze aantrekkelijke leefomgeving

Terug naar navigatie - Onze aantrekkelijke leefomgeving
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Omvang huishoudelijk restafval kg per inwoner 2016 252 189 CBS statistiek Huishoudelijk afval Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval.
2017 252 178
2018 268 172
2019 169 161
2020 190 170
2021 154 169
2022 133 148

Een toekomstbestendig Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Een toekomstbestendig Sociaal Domein
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Jongeren met een delict voor de rechter % 2016 1 1 CBS Jeugd Het percentage jongeren (12 t/m 21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.
2017 1 1
2018 0 1
2019 1 1
2020 1 1
2022 1 1
Achterstand onder jeugd - Kinderen in uitkeringsgezin % 2016 4 7 CBS Jeugd Percentage kinderen tot 18 jaar die in een gezin leven dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bijstandshuishouden is een huishouden waarvan minimaal één lid een bijstandsuitkering ontvangt. Onder bijstand wordt hier uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) verstaan. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.
2017 4 7
2018 4 7
2019 3 6
2020 4 6
2021 3 6
2022 4 6
Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren % 2016 2 2 CBS Jeugd Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polis administratie. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.
2017 2 2
2018 2 2
2019 1 2
2020 2 2
2021 2 2
2022 2 1
Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar 1e halfjaar 2016 7,6 8,9 CBS Jeugd
2e halfjaar 2016 7,9 9,5
1e halfjaar 2017 7,9 9,5
2e halfjaar 2017 8,3 9,9
1e halfjaar 2018 8,5 9,7
2e halfjaar 2018 8,8 10,4
2019 10,9 12,3
2020 10,8 11,9
2021 13,5 12,9
2022 13,2 13,2
2023 10,7 11,1
Jongeren met jeugdbescherming % 1e halfjaar 2016 1 1 CBS Jeugd Jongeren met jeugdbescherming betreft jongeren tot 18 jaar die op enig moment in de verslagperiode een maatregel door de rechter dwingend opgelegd hebben gekregen. Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan onder toezicht gesteld of onder voogdij geplaatst. In uitzonderlijke gevallen wordt de hulp of zorg voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar.
2e halfjaar 2016 0,8 1
1e halfjaar 2017 0,8 1
2e halfjaar 2017 0,9 1
1e halfjaar 2018 0,9 1
2e halfjaar 2018 0,9 1,1
2019 0,9 1,2
2020 1,3 1,2
2021 1,4 1,2
2022 1,4 1,2
2023 1 1
Jongeren met jeugdreclassering % 1e halfjaar 2016 0,3 0,4 CBS Jeugd Het percentage jongeren (12-23 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-23 jaar). Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 23 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. De begeleiding kan doorlopen tot de jongere 23 jaar wordt.
2e halfjaar 2016 0,3 0,4
1e halfjaar 2017 0,2 0,4
2e halfjaar 2017 0,2 0,4
1e halfjaar 2018 0,3 0,4
2e halfjaar 2018 0,3 0,3
2019 0,3 0,4
2020 0,3 0,4
2021 0,2 0,3
Cliënten met een maatwerk-arrangement Wmo per 10.000 inwoners 1e halfjaar 2016 440 570 CBS - Monitor Sociaal Domein WMO Aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeen
2e halfjaar 2016 440 560
1e halfjaar 2017 440 570
2e halfjaar 2017 440 570
1e halfjaar 2018 450 590
2e halfjaar 2018 470 600
1e halfjaar 2019 600 610
2e halfjaar 2019 620 630
2020 710 700
2021 740 704
2022 740 710
2023 730 700

Werken en leren

Terug naar navigatie - Werken en leren
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Functiemenging % 2016 45,6 52,2 CBS BAG/LISA - bewerking ABF Research De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.
2017 46,1 52,5
2018 46,1 52,8
2019 46,6 53,3
2020 46,6 53,3
2021 46,9 53,3
2022 47,7 53,8
2023 48 54,2
Vestigingen (van bedrijven) per 1.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar 2016 140,9 136,5 LISA Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar.
2017 142,6 139,7
2018 147,6 145,4
2019 149 151,3
2020 151,8 158,1
2021 153,2 164,9
2022 160,9 174,1
2023 163,1 181,8
Banen per 1.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar 2016 596,8 752,3 CBS Bevolkingsstatistiek / LISA - bewerking ABF Research Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. De indicator betreft het aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar.
2017 613,3 761,1
2018 619,4 775,8
2019 641,7 792,1
2020 647,1 795,9
2021 653,5 805,5
2022 675,7 825,4
2023 687,7 836,6
Netto arbeids-participatie % 2016 65,3 65,8 CBS - Arbeidsdeelname
2017 66,9 66,7
2018 67,5 67,8
2019 67,2 68,8
2020 69,3 68,4
2021 70,4 70,4
2022 73,1 72,2
2023 72,6 73,1
Personen met een bijstands-uitkering per 10.000 inwoners 1e halfjaar 2018 207,5 401,1 CBS - Participatiewet
2e halfjaar 2018 201,9 390,4
1e halfjaar 2019 198,5 381,7
2e halfjaar 2019 187,3 373,9
2020 259,5 459,7
2021 228,3 431,2
2023 172,4 344,8
Absoluut verzuim per 1.000 leerlingen 2014 1,2 1,8 DUO/Ingrado Er wordt gesproken van absoluut verzuim als een leerplichtige en/of kwalificatieplichtige jongere niet op een school of instelling staat ingeschreven. De periodeaanduiding '2018' staat voor schooljaar '2017/2018'.
2015 0,7 2,3
2016 1 1,8
2017 0,6 1,8
2023 3,0 6,3
Relatief verzuim per 1.000 leerlingen 2016 12 27 DUO/Ingrado Er is sprake van relatief verzuim als een jongere wel op een school staat ingeschreven, maar gedurende een bepaalde tijd de lessen/praktijk verzuimt. Ook veelvuldig te laat komen kan hiertoe worden gerekend. De periodeaanduiding '2018' staat voor schooljaar '2017/2018'.
2017 15 27
2018 19 23
2019 16 25
2020 13 20
2021 13 20
2022 20 24
2023 19 27
Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % 2016 0,7 1,7 DUO/Ingrado Het percentage van het totaal aantal leerlingen van het VO en MBO (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat.
2017 0,9 1,8
2018 1,1 1,9
2019 1,1 2
2020 1,2 1,7
2021 1,4 1,9
2022 1,1 2,4
2023 1,5 2,4
Lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15-64 jaar 2020 552.4 202 CBS - Participatiewet Het aantal re-integratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
2021 550,5 197,7
2022 549 197,7
2023 492,3 191,5

Nieuwe energie

Terug naar navigatie - Nieuwe energie
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Hernieuwbare elektriciteit % 2016 4,8 15,3 Klimaatmonitor - Rijkswaterstaat
2017 4,2 16,3
2018 6,3 17,5
2019 7,5 20
2020 11,2 26,8
2021 17,5 33,1
2022 28,4 41,3

Sport en Cultuur bewegen je!

Terug naar navigatie - Sport en Cultuur bewegen je!
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Niet-sporters % 2012 47 46,4 Gezondheidsmonitor volwassenen (en ouderen), GGD’en, CBS en RIVM Het percentage niet-wekelijkse sporters t.o.v. de bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet.
2016 46,5 48,7
2020 47,4 49,3
2022 46,1 46,4

Veiligheid

Terug naar navigatie - Veiligheid
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Verwijzingen Halt per 1.000 jongeren 2016 8 14 Stichting Halt Het aantal verwijzingen Halt per 1.000 inwoners van 12 tot 18 jaar.
2017 8 13
2018 9 12
2019 9 13
2020 6 11
2021 9 8
2022 9 8
2023 8 9
Misdrijven - Geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners 2016 3 CBS - Criminaliteit Het aantal geweldsmisdrijven.
2017 3,3 5,1
2018 3,7 4,9
2019 3,3 4,8
2020 2,4 4,5
2021 2,6 4,3
2022 3,6 4,5
2023 3,0 4,3
Misdrijven - Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) per 1.000 inwoners 2016 3,6 CBS - Criminaliteit Hieronder vallen brandstichting, alle vormen van vernieling en misdrijven tegen de openbare orde en het openbaar gezag.
2017 3,8 6,3
2018 3,2 5,8
2019 4,7 5,9
2020 4,3 6,2
2021 4,9 6,1
2022 5,1 6
2023 4,4 5,8
Misdrijven - Diefstallen uit woning per 1.000 inwoners 2016 2 3,3 CBS - Diefstallen
2017 1,7 2,9
2018 1,2 2,5
2019 1,4 2,3
2020 0,7 1,8
2021 0,9 1,3
2022 0,9 1,4
2023 0,5 1,3
Misdrijven - Winkeldiefstallen per 1.000 inwoners 2016 0,6 2,3 CBS - Diefstallen
2017 0,5 2,2
2018 0,3 2,2
2019 0,6 2,3
2020 0,3 2,0
2021 0,6 1,8
2022 0,3 2,3
2023 0,7 2,5

Algemeen bestuur en Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Algemeen bestuur en Bedrijfsvoering
Indicator Eenheid Periode Berkelland Nederland Bron Beschrijving
Gemiddelde WOZ waarde x €1.000 2016 198 209 CBS - Statistiek Waarde Onroerende Zaken De gemiddelde WOZ waarde van woningen.
2017 205 217
2018 215 230
2019 241 250
2020 255 271
2021 273 290
2022 298 317
2023 357 368
2024 370 379
Gemeentelijke woonlasten éénpersoonshuishouden 2016 600 651 COELO, Groningen Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten.
2017 658 644
2018 644 649
2019 629 669
2020 648 700
2021 705 733
2022 689 823
2023 846 860
2024 897 -
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden 2016 732 723 COELO, Groningen Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten.
2017 796 723
2018 791 721
2019 782 739
2020 806 773
2021 867 810
2022 851 905
2023 967 942
2024 1022 -
Formatie Fte per 1.000 inwoners 2017 6,22 Eigen begroting
2018 6,85
2019 6,9
2020 7,5
2021 7,9
2022 8,3
2023 8,1
2024 8,3
Bezetting Fte per 1.000 inwoners 2017 5,86 Eigen begroting
2018 6,23
2019 6,1
2020 7,3
2021 7,2
2022 7,6
2023 7,3
2024 7,3
Apparaatskosten Kosten per inwoner 2017 475,32 Eigen begroting
2018 467,13
2019 656,94
2020 732,55
2021 705,78
2022 1.053,93
2023 978,02
2024 775,51
Externe inhuur Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen 2017 2,6 Eigen begroting
2018 2,9
2019 16,38
2020 17,5
2021 15
2022 3
2023 28,41
2025 2,86
Overhead % van totale lasten 2017 10,8 Eigen begroting
2018 8,9
2019 7,84
2020 8,45
2021 11,85
2022 14,29
2023 12,16
2025 9,3