Weerstandsvermogen

Wat speelt er?

Terug naar navigatie - Wat speelt er?

De samenleving en de economie zijn in beweging. Dat betekent dat er ontwikkelingen zullen zijn waar nu nog geen rekening mee wordt gehouden. Huishoudens merken nu in het bijzonder de gevolgen van de hoge inflatie, en dat heeft zijn weerslag op de economie. Dit gaat ook gevolgen hebben voor onze bedrijfsvoering die we nu nog niet kunnen overzien. Het is daarom verstandig om geld te reserveren voor eventuele tegenvallers. Hoeveel geld we moeten reserveren hangt af van de risico’s die we lopen. In Berkelland is besloten dat we € 5.000.000 willen reserveren om risico’s af te dekken. Ook alleen al het inventariseren van de risico’s helpt al bij het inspelen op de mogelijke gevolgen. We letten meer op de risico’s en proberen eerder in te grijpen. Overigens is het voorkomen van risicovolle activiteiten geen doel op zich. Grondexploitatie wordt bijvoorbeeld gezien als een van de risicovolle activiteiten van gemeenten maar dit is ook een krachtig instrument om inhoudelijke beleidsdoelen te bereiken en levert in bepaalde jaren ook geld op. 

Wettelijk kader

Terug naar navigatie - Wettelijk kader

De gemeente moet zich houden aan wetten en regelgeving. Deze zijn: 

  • Besluit Begroting en Verantwoording. Het BBV schrijft voor dat er een paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgenomen in de begroting en jaarrekening. In deze paragraaf moet in ieder geval staan:
    • Het beleid met betrekking tot de weerstandscapaciteit en de risico’s.
    • Een inventarisatie van de risico’s.
    • Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit.
    • Een aantal verplichte kengetallen en beoordeling van hun onderlinge verhouding.

De raad van de gemeente Berkelland heeft geen nadere kaders vastgesteld. Wij volgen dus de wettelijke vereisten.

Inventarisatie risico's

Terug naar navigatie - Inventarisatie risico's

Als we ons verdiepen in risico's kunnen we zeer omvangrijke overzichten maken van alle mogelijke risico's. Dat is niet onze bedoeling. We moeten ons beperken. De volgende risico's nemen we niet mee:

  • Alle risico's met een uiterst kleine kans.
  • Alle risico's met een kleine kans en tegelijk ook kleine financiële gevolgen.
  • Alle risico's die we als gemeentelijke organisatie onderkennen en waarvoor we afdoende interne beheersmaatregelen hebben genomen.
  • Alle risico's die via verzekeringen voldoende afgedekt zijn.

Vooraf nog de volgende toelichting:

  • We pretenderen niet volledig te zijn. Er zijn altijd risico’s die we nog niet onderkennen.
  • Geschatte omvang: hoe groot is het financieel gevolg als dit risico zich op enig moment voordoet.
  • Geschatte kans: hoe groot is de kans dat dit risico zich in dit begrotingsjaar voordoet. Als we inschatten dat een risico zich hooguit eens in de 10 jaar voordoet, rekenen we met een kans van 1/10 = 10%.
  • De genoemde omvang en kans zijn inschattingen van verschillende medewerkers van onze organisatie. 
  • We hebben beperkt feitenmateriaal waarmee we de inschattingen kunnen onderbouwen. We vinden dat deze schatting voldoende is voor het doel van deze paragraaf: het bepalen van het (benodigde) weerstandsvermogen.
Risico Geschatte omvang in € Geschatte kans in % Financieel effect van het risico in €
Samenwerkingspartijen (GR'en/DVO's) 20.000.000 10 2.000.000
Sociaal domein Jeugdweg 10.000.000 10 1.000.000
Sociaal domein WMO 10.000.000 10 1.000.000
Klimaatveranderingen 6.000.000 10 600.000
Privacy/Datalek 820.000 10 82.000
Uitval ICT 300.000 20 60.000
Garantiestelling Laarberg 12.500.000 1.5 1.875.000
Overige Garanties 7.350.000 1.5 1.102.500
Stimuleringsfonds Volshuisvesting (SVN) 745.000 40 298.000
Uitstaande gelden 25.000.000 1 250.000
Organisatorische risico's 250.000 10 25.000
Beheer voormalige vuilstortplaats Langenberg 1.000.000 2 20.000
Planschadeclaims 100.000 10 10.000
Totaal 94.065.000 8.322.500

Rondom de Invoering van de Omgevingswet zien we ook nog een aantal risico’s waarvan we de eventuele financiële impact en kans moeilijk kunnen schatten maar die we niet onvermeld willen laten. Het betreft:

  • Onzekerheid effect legesinkomsten; door de gelijktijdige invoering van de Wet Kwaliteitsborging valt de technische toetsing van bouwaanvragen weg. Hiervoor worden dan ook geen leges meer geheven. Bouwleges bestaan, naast de technische toets uit nog meer onderdelen zoals de planologische toets en welstandstoets. Wij onderzoeken hoeveel tijd de verschillende onderdelen kosten en wat het effect is van het wegvallen van de technische toets op onze legesinkomsten. In de Legesverordening 2023 worden de uitkomsten opgenomen.
  • Het Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) wordt het nieuwe digitale portaal voor alle aanvragen en communicatie met de overheid over omgevingsvergunningen. Dit DSO is nog niet klaar en wij maken onze zorgen over de kwaliteit en werkbaarheid bij invoering op 1 januari 2023. Als gemeente zijn wij hierbij afhankelijk van de landelijke overheid voor ontwikkeling en functionaliteit. De kans op (procedurele) fouten na 1 januari neemt sterkt toe. Daarmee ook de kans op juridische procedures en aansprakelijkstellingen.
  • Uitstel van de Omgevingswet; Onze projectorganisatie is ingericht op in werking treden van de wet op 1 januari 2023. Als de wet weer wordt uitgesteld zal de projectorganisatie langer in stand moeten worden gehouden en zal extra geïnvesteerd moeten worden in trainingen en oefenen.

Inventarisatie weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteit

Onze weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve. De gehele algemene reserve van € 26.350.000 is beschikbaar als weerstandscapaciteit en er zijn geen claims op de algemene reserve.

Daarnaast is in de begroting € 200.000 opgenomen voor onvoorzien. Dit komt overeen met het bedrag dat is opgenomen in de financiële verordening.

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Als we de algemene reserve van € 26.350.000 relateren aan de risico's die we voor 2023 hebben geïnventariseerd van €8.322.500 dan komt het weerstandsvermogen uit op 3,1. Dit is uitstekend.

De algemene reserve is ook buffer voor nadelen in algemene zin die op ons afkomen zoals de langetermijngevolgen van de Coronacrisis, de herijking van het gemeentefonds, en eventuele Rijksbezuinigingen.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Risicomanagement bestaat niet alleen uit het inventariseren van risico’s. Het gaat juist ook om het in kaart brengen van maatregelen die leiden tot het voorkomen en/of beter beheersen van risico’s. In 2023 richten we ons op methodieken en monitoring van de risico's.

Kengetallen financiële positie

Terug naar navigatie - Kengetallen financiële positie

Vanaf de begroting 2016 moeten we ook financiële kengetallen opnemen in de begroting en jaarrekening.

Het gaat om 6 kengetallen die we hierna kort toelichten.

  1. Netto schuldenquote
    De netto schuldenquote geeft aan of de gemeente haar schulden kan betalen met de inkomsten die ze heeft. De richtlijn van de provincie Gelderland is dat bij een netto schuldenquote van 90% een risico ontstaat. Bij een schuldenquote boven de 130% is de gemeente nauwelijks nog in staat de schulden te betalen.
  2. Netto schuldenquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
    Als we geld uitlenen levert dat inkomsten op. Die inkomsten dekken een gedeelte van de schuld. Daarmee zijn we in ieder geval al in staat een gedeelte van de schuld te betalen. Er zit natuurlijk wel een risico aan het uitlenen van geld. Degene die het geld leent kan misschien het geld niet terugbetalen. De provincie Gelderland hanteert dezelfde percentages voor de risicobepaling als bij de Netto Schuldenquote.
  3. Solvabiliteitsratio
    De solvabiliteitsratio geeft aan of de gemeente haar schulden kan betalen. Het gaat er hier dus niet om of de schulden betaald kunnen worden uit de inkomsten maar ook uit het bestaande bezit. De provincie Gelderland vindt een solvabiliteit van minder dan 50% al risicovol en een solvabiliteit van minder dan 20% erg risicovol. In het beleid bestemming overschotten hebben wij de grens gesteld dat we bij een solvabiliteit van minder dan 35% eerst de algemene reserve aanvullen.
  4. Structurele exploitatieruimte
    Met dit kengetal kunnen we zien of we structureel in staat zijn de lasten die we als gemeente hebben ook te kunnen betalen. Dit kengetal is uiteindelijk het belangrijkst voor de vorm van toezicht waar de provincie Gelderland ons onder plaatst. Voor het repressief toezicht is het van belang dat of de begroting of de meerjarenraming een kengetal laat zien dat groter is dan 0%. Wij streven naar een situatie waarbij de begroting en de meerjarenraming een percentage groter dan 0 laten zien.
  5. Grondexploitatie
    Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe de waarde van de gronden zich verhoudt tot de inkomsten van de gemeente. De provincie Gelderland vindt een percentage minder dan 20 weinig risicovol. Een percentage van meer dan 35 is volgens de provincie Gelderland erg risicovol.
  6. Belastingcapaciteit
    Dit kengetal laat zien hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Het cijfer is er alleen op gericht om gemeenten te kunnen vergelijken op dit gebied. In het cijfer zijn alle gemeentelijke woonlasten meegenomen. Als het percentage onder de 100 ligt heffen we minder belasting dan gemiddeld in Nederland. Is het percentage hoger dan 100 dan heffen we meer belasting dan gemiddeld in Nederland. Er wordt geen rekening gehouden met de verschillen die er tussen gemeenten bestaan. De provincie Gelderland vindt een percentage van meer dan 105 erg risicovol.

 

We zien dat de investeringswensen voor de komende jaren leiden tot een verslechtering van de financiële positie. Het doen van investeringen vraagt dat we meer geld lenen. Dit gaat ten koste van de solvabiliteit. De voorgenomen verhoging van de OZB leidt tot een stijging van de belastingcapaciteit.

 

Kengetallen Jaarrekening 2019 Jaarrekening 2020 Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Netto schuldenquote 41,12% 41.19% 44,19% 76,63% 74.,01% 67,78% 61,70% 5889%
Netto schuldenquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 3,68% 9,51% 12,12% 37,35% 50,80% 44,74% 39,58% 36,66%
Solvabiliteitsratio 53,20% 50,.22% 49,56% 37,40% 36,62% 38,11% 39,13% 39,99%
Structurele exploitatieruimte 6,73% 0,37% 3,73% 2,90% 0,11% 3,06% 5,75% 2,08%
Grondexploitatie 5,35% 3% 2,53% 5,15% 5,14% 5,20% 5,08% 5,20%
Belastingcapaciteit 125,21% 114,36% 116,71% 110,50% 99,27% 102,35% 103,35% 104,37%