Weerstandsvermogen

Wat speelt er?

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Wat speelt er?

De samenleving blijft in beweging. Dat betekent ook dat er ontwikkelingen komen waar nu nog geen rekening mee wordt gehouden. Bijvoorbeeld ontwikkelingen in de economie hebben invloed op burgers en bedrijven en dit gaat ook gevolgen hebben voor onze bedrijfsvoering die we nu nog niet overzien. Plannen van andere overheden hebben steeds vaker aanzienlijke gevolgen voor onze bedrijfsvoering, waarbij de daadwerkelijke invoering van deze plannen ook nog eens met grote (budgettaire) onzekerheden gepaard gaat. 

 

Het is daarom verstandig om middelen te reserveren voor eventuele tegenvallers. Hoeveel we moeten reserveren relateren we aan de risico’s die we lopen. We reserveren in ieder geval 
€ 5.000.000 om risico’s af te dekken. Alleen het inventariseren van de risico’s helpt al bij het inspelen op de mogelijke gevolgen. We letten meer op de risico’s en proberen eerder te anticiperen. Overigens is het voorkomen van risicovolle activiteiten geen doel op zich. Grondexploitatie wordt bijvoorbeeld gezien als een van de risicovolle activiteiten van gemeenten, maar dit is ook een krachtig instrument om inhoudelijke beleidsdoelen te bereiken en leverde regelmatig ook geld op. 

 

De Rijksbezuinigingen op het Gemeentefonds (ravijnjaar, nu vanaf 2028) zijn een gebeurtenis die zeer waarschijnlijk is met een grote impact op onze bedrijfsvoering. Omdat reserveren geen afdoende oplossing is voor dit soort structurele tegenvallers hebben we ondertussen structurele bezuinigingen begroot. Vergelijkbare algemene risico's met een meer structureel effect zijn in principe niet in deze paragraaf opgenomen. De gedecentraliseerde taken in het kader van de WMO en de Jeugdwet zijn bewust wel opgenomen omdat dit open einde regelingen zijn waarbij landelijk de uitgaven stijgen (in weerwil van gunstiger prognoses en hervormingen) en het Rijk wil korten op de bijdrage. In zijn algemeenheid liggen er sowieso meer budgettaire risico’s bij gemeenten die in het verleden bij het Rijk lagen.  

Wettelijk kader

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Wettelijk kader

Het algemeen wettelijk kader met betrekking tot weerstandsvermogen en risicobeheersing is beschreven in het besluit begroting en verantwoording. Het BBV schrijft voor dat er een paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgenomen in de begroting en jaarrekening. In deze paragraaf moet in ieder geval staan:

  • Een inventarisatie van de risico’s.
  • Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit.
  • Het beleid met betrekking tot de weerstandscapaciteit en de risico’s.
  • Een aantal verplichte kengetallen en beoordeling van hun onderlinge verhouding.

Inventarisatie risico's

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Inventarisatie risico's

Als we ons verdiepen in risico's kunnen we zeer omvangrijke overzichten maken van alle mogelijke risico's. Dat is niet de scope van deze paragraaf, we pretenderen ook niet volledig te zijn. Er zijn altijd risico’s die we nog niet onderkennen of te algemeen zijn voor deze paragraaf. De volgende risico's nemen we niet mee:

  • Alle risico's met een uiterst kleine kans.
  • Alle risico's met een kleine kans en tegelijk ook kleine financiële gevolgen.
  • Alle risico's die we als gemeentelijke organisatie onderkennen en waarvoor we afdoende interne beheersmaatregelen hebben genomen.
  • Alle risico's die via verzekeringen (of anderszins) voldoende afgedekt zijn.

Toelichting op gehanteerde begrippen:

  • Geschatte omvang: hoe groot is het financieel gevolg als dit risico zich op enig moment voordoet.
  • Geschatte kans: hoe groot is de kans dat dit risico zich in dit begrotingsjaar voordoet. Als we inschatten dat een risico zich hooguit eens in de 10 jaar voordoet, rekenen we met een kans van 1/10 = 10%.
  • Financieel effect: de uitkomst van de omvang vermenigvuldigd met de kans. Wanneer de omvang en de kans goed zijn ingeschat zou de optelling de uitkomst in een gemiddeld jaar zijn. Jaren waarin alle of geen van de risico’s zich voordoen zijn immers veel onwaarschijnlijker dan een mix van wel en niet. 
  • De genoemde omvang en kans: inschattingen van verschillende medewerkers van onze organisatie. 
  • We hebben beperkt feitenmateriaal waarmee we de inschattingen kunnen onderbouwen. We vinden dat deze schatting voldoende is voor het doel van deze paragraaf: het bepalen van het (benodigde) weerstandsvermogen. 
Risico Geschatte omvang in € Geschatte kans in % Financieel effect van het risico in €
Samenwerkingspartijen (GR'en/DVO's) 27.000.000 5 1.350.000
Sociaal domein Jeugdwet 17.000.000 10 1.700.000
Sociaal domein WMO 13.000.000 10 1.300.000
Klimaatveranderingen 5.000.000 10 500.000
Privacy/Datalek 1.000.000 10 100.000
Uitval ICT 2.500.000 10 250.000
Garantiestelling Laarberg 12.500.000 2 250.000
Overige Garanties 1.000.000 2 20.000
Waarborgfonds Sociale Woningbouw P.M. - P.M.
Uitstaande leningen (inclusief SVN) 46.000.000 1 460.000
Organisatorische risico's (fouten door mindere continuïteit) 500.000 10 50.000
Planschadeclaims 250.000 10 25.000
Saneringen/archeologische vondsten 1.000.000 10 100.000
Totaal 126.750.000 6.105.000

Veel van bovenstaande risico’s kunnen zich ook in een beperktere mate voordoen, daar hoeven we geen weerstandsvermogen voor aan te houden. Weerstandsvermogen houden we aan voor een incident van serieuze omvang op het betreffende onderwerp. Geleidelijke aanpassingen aan de openbare ruimte om voorbereid te zijn op extremer weer als gevolg van klimaatverandering behoeven bijvoorbeeld geen dekking uit het weerstandsvermogen. Het herstel van schade aan onze openbare ruimte of andere eigendommen als gevolg van incidenteel optredend extreem weer eventueel wel. 

 

Omdat we ook de komende jaren fors bouwen en (ondergrondse) infrastructuur vervangen houden we rekening met het risico op onvoorziene kosten voor sanering of verplichtingen rond archeologische vondsten.  

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Als we de algemene reserve van € 28.938.000 relateren aan de risico's die we voor 2026 hebben geïnventariseerd van € 6.105.000 dan komt het weerstandsvermogen uit op 4,7. Dit is uitstekend.

De algemene reserve is ook (tijdelijke) buffer voor nadelen in algemene zin die op ons afkomen zoals de Rijksbezuinigingen op het Gemeentefonds. Het is goed voorstelbaar dat onze maatregelen om lagere inkomsten uit het Gemeentefonds te dekken op termijn wel voldoende opleveren maar nog niet in het eerste jaar.

 

Overigens houden we bij de bepaling van het weerstandsvermogen geen rekening met positieve risico’s oftewel kansen. Dit heeft de afgelopen jaren de geraamde behoefte aan weerstandvermogen enigszins vertekend. De afgelopen jaren hebben we meer incidentele meevallers gehad dan dat er risico’s manifest zijn geworden die afgedekt moesten worden uit het weerstandsvermogen. Onder andere hierdoor is ons eigen vermogen gegroeid. Wanneer onze inkomsten de komende jaren daadwerkelijk gekort worden kan dit overigens ook in een paar jaar vlot de verkeerde kant opgaan. Dat magere jaren in de praktijk al even achter ons liggen betekent niet dat deze definitief tot het verleden behoren. 

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Risicobeheersing

Risicomanagement bestaat niet alleen uit het inventariseren van risico’s en het hebben van voldoende financiële buffers. Het gaat juist ook om het in kaart brengen van maatregelen die leiden tot het voorkomen en/of beter beheersen van risico’s in onze belangrijkste productieprocessen. Dit is voor een aanzienlijk deel decentraal belegd in de uitvoering. Daar worden immers de resultaten gehaald die bijdragen aan het realiseren van onze maatschappelijke effecten. In 2026 richten we ons op concernniveau op het bestendigen van de interne controlefunctie en de gestructureerd opvolging van de bevindingen over de belangrijkste bedrijfsprocessen.

Kengetallen financiële positie

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen - Kengetallen financiële positie

Sinds de begroting 2016 moeten we ook financiële kengetallen opnemen in de begroting en jaarrekening.

Hierna lichten we de 6 verplicht in deze paragraaf op te nemen financiële kengetallen kort toe.

  1. Netto schuldenquote
    De netto schuldenquote geeft aan of de gemeente haar schulden kan betalen met de inkomsten die ze heeft. De richtlijn van de provincie Gelderland is dat bij een netto schuldenquote van 90% een risico ontstaat. Bij een schuldenquote boven de 130% is de gemeente nauwelijks nog in staat de schulden te betalen.
  2. Netto schuldenquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
    Als we geld uitlenen levert dat inkomsten op. Die inkomsten dekken een gedeelte van de schuld. Daarmee zijn we in ieder geval al in staat een gedeelte van de schuld te betalen. Er zit natuurlijk wel een risico aan het uitlenen van geld. Degene die het geld leent kan het geld misschien niet terugbetalen. De provincie Gelderland hanteert dezelfde percentages voor de risicobepaling als bij de netto schuldenquote.
  3. Solvabiliteitsratio
    De solvabiliteitsratio geeft aan of de gemeente haar schulden kan betalen. Het gaat er hier dus niet om of de schulden betaald kunnen worden uit de inkomsten maar ook uit het bestaande bezit. De provincie Gelderland vindt een solvabiliteit van minder dan 50% al risicovol en een solvabiliteit van minder dan 20% erg risicovol. In het beleid bestemming overschotten hebben wij de grens gesteld dat we bij een solvabiliteit van minder dan 35% eerst de algemene reserve aanvullen.
  4. Structurele exploitatieruimte
    Met dit kengetal kunnen we zien of we structureel in staat zijn de lasten die we als gemeente hebben ook te kunnen betalen. Dit kengetal is uiteindelijk het belangrijkst voor de vorm van toezicht waar de provincie Gelderland ons onder plaatst. Voor het repressief toezicht is het van belang dat of de begroting of de meerjarenraming een kengetal laat zien dat groter is dan 0%. Wij streven naar een situatie waarbij zowel de begroting als de meerjarenraming een percentage groter dan 0 laten zien.
  5. Grondexploitatie
    Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe de waarde van de gronden zich verhoudt tot de inkomsten van de gemeente. De provincie Gelderland vindt een percentage minder dan 20 weinig risicovol. Een percentage van meer dan 35 is volgens de provincie Gelderland erg risicovol.
  6. Belastingcapaciteit
    Dit kengetal laat zien hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Het cijfer is er alleen op gericht om gemeenten te kunnen vergelijken op dit gebied. In het cijfer zijn alle gemeentelijke woonlasten meegenomen. Als het percentage onder de 100 ligt heffen we minder belasting dan gemiddeld in Nederland. Is het percentage hoger dan 100 dan heffen we meer belasting dan gemiddeld in Nederland. Er wordt geen rekening gehouden met de verschillen die er tussen gemeenten bestaan. De provincie Gelderland vindt een percentage van meer dan 105 erg risicovol.

We zien dat de investeringswensen voor de komende jaren leiden tot een verslechtering van de financiële positie. Het doen van investeringen vraagt dat we meer geld lenen. Dit gaat ten koste van de solvabiliteit. 

 

Kengetallen Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Netto schuldenquote 32,81% 55,10% 53,77% 60,30% 66,77% 71,31%
Netto schuldenquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 10,04% 23,80% 30,64% 36,74% 42,83% 47.58%
Solvabiliteitsratio 53,39% 42,83% 42,88% 41,17% 39,63% 38,24%
Structurele exploitatieruimte 3,72% 2,31% 1,39% 0,82% -0,35% 0,98%
Grondexploitatie 1,05% 1,58% 1,09% 1,11% 1,12% 1,11%
Belastingcapaciteit 98,87% 100,29% 107,01% 108,44% 108,44% 108,44%