'Lokale heffingen en lastendruk in beeld'
Lokale heffingen
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingDeze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen.
Na de Algemene uitkering uit het gemeentefonds vormen de lokale heffingen (belastingen, leges en rechten) de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente.
Gemeenten zijn beperkt in de belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen heft de gemeente rechten (leges) voor individuele diensten aan haar inwoners. De tarieven van deze rechten dienen zo te worden gesteld dat de opbrengsten de kosten niet te boven gaan. De opbrengsten hebben een directe relatie met de kosten voor de dienstverlening (gebonden heffingen) en zijn daarmee maximaal 100% kostendekkend.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de kaders, de ontwikkelingen van de verschillende belastingen en heffingen en de consequenties daarvan voor onze inwoners. Verder wordt inzicht gegeven in de kostendekkendheid van een heffing en wordt het kwijtscheldingsbeleid kort toegelicht.
Beleid
Terug naar navigatie - BeleidVoor 2022 hanteren we de volgende uitgangspunten voor het berekenen van de tarieven:
- De lokale heffingen stijgen niet meer dan de inflatiecorrectie. Voor 2022 houden we rekening met een stijging van 1,6%.
- Bij afvalstoffen- en rioolheffing streven wij naar 100% kostendekkendheid. Bij het berekenen van de kostendekkendheid houden we rekening met de directe kosten, de kosten van overhead en btw. Het streven naar 100% kostendekkendheid kan betekenen dat de tarieven met meer dan de inflatiecorrectie stijgen.
Geraamde opbrengsten uit lokale heffingen
Terug naar navigatie - Geraamde opbrengsten uit lokale heffingenOnderstaand een overzicht van de lokale heffingen voor de begroting 2022 afgezet tegen de begrote bedragen in 2021 en de realisatie 2020.
Opbrengsten lokale belastingen, heffingen en retributies (x € 1.000) |
realisatie 2020 |
begroot 2021 |
begroot 2022 |
Verschil 2022 - 2021 |
Onroerende zaakbelastingen |
7.743 |
9.338 |
8.918 |
-420 |
Afvalstoffenheffingen |
2.158 |
3.088 |
3.088 |
0 |
Rioolheffing |
6.836 |
7.141 |
6.392 |
-749 |
Begraafrechten |
264 |
270 |
270 |
0 |
Leges omgevingsvergunning |
1.079 |
1.095 |
1.193 |
98 |
Reclamebelasting |
195 |
170 |
170 |
0 |
Toeristenbelastingen |
345 |
355 |
355 |
0 |
Secretarieleges |
420 |
669 |
543 |
-126 |
Marktgelden |
57 |
59 |
59 |
0 |
Overige heffingen |
5 |
6 |
5 |
-1 |
Totaal |
19.102 |
22.191 |
20.993 |
-1.198 |
Ontwikkeling lastendruk
Terug naar navigatie - Ontwikkeling lastendrukDe belastingen en heffingen die inwoners betalen, verschillen per gemeenten. Toch bestaat de behoefte om gemeenten te vergelijken. Voor het vergelijk maken we gebruik van de gegevens van de provincie Gelderland. Hierbij wordt de belastingdruk per inwoner vergeleken met de gemiddelde woonlasten van de gemeenten in de provincie. Onder woonlasten wordt verstaan de OZB, riool- en afvalstoffenheffing.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Gemiddelde provincie Gelderland | 419 | 441 | 464 | |
Gemiddelde gemeente Berkelland | 384 | 375 | 447 | 419 |
De woonlasten in 2022 dalen t.o.v. 2021 door de korting op de OZB en rioolheffing. Van het resultaat 2020 is conform resultaatbestemming € 1 miljoen bestemd voor een eenmalige korting op de begrote opbrengst OZB in 2022. De tarieven voor afval en riolering blijven gelijk in 2022. Op de rioolheffing wordt wel een eenmalige korting verleend van 35 euro omdat projecten later worden uitgevoerd dan waarmee in het watertakenplan is gerekend. De kortingen hebben een gunstig effect op de gemiddelde woonlasten.
Belastingen
Terug naar navigatie - BelastingenDe opbrengsten van de algemene belastingen komen ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten vrij te besteden zijn. Het gaat om de onroerende zaakbelastingen, toeristenbelasting en reclamebelasting. De opbrengsten uit reclamebelasting worden overgedragen aan het ondernemersfonds.
Onroerende zaakbelastingen.
Onroerende zaakbelastingen (OZB) zijn de belastingen op de waarde van een woning of bedrijf. De hoogte van de OZB is afhankelijk van de waarde van de onroerende zaak. Voor de gemeente zijn het de belangrijkste vrij besteedbare gemeentelijke belastingen. Sinds 2009 zijn de tarieven van de OZB vastgesteld op een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Dit betekent dat de tarieven mee moeten bewegen met de waarde ontwikkeling van de onroerende zaak. Stijgt de waarde dan moeten de tarieven neerwaarts worden bijgesteld om de opbrengst niet meer te laten stijgen dan de inflatiecorrectie. Dit voorkomt dat bij waardestijgingen de eigenaren onevenredig worden belast. Bij waardedaling geldt het omgekeerde.
De komende jaren stijgen de onroerende zaakbelastingen fors. De komende 3 jaren worden de lasten jaarlijks met 6% verhoogd volgens de besluitvorming in de perspectiefnota 2021. Rekening houdend met de stijging van de woningwaarde leidt dit tot de volgende voorlopige tarieven voor 2022:
Categorie | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
Eigenaar woning | 0,1167% | 0,1144% |
Gebruiker niet woning | 0,1712% | 0,1711% |
Eigenaar niet woning | 0,2123% | 0,2122% |
De tarieven worden in december definitief vastgesteld op basis van gegevens van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente. Voor 2022 zijn de te verwachten opbrengsten uit onroerende zaakbelastingen begroot op € 8.918.000 (bedrag is inclusief 6% verhoging en areaaluitbreiding, minus korting € 1 miljoen).
Toeristenbelasting
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding.
Het tarief blijft ongewijzigd ten opzichte van 2020 en bedraagt € 1,25 per persoon per nacht.
We verwachten een opbrengst in 2022 van € 355.000.
Reclamebelasting
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven over openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
We heffen reclamebelasting als dienstverlening voor de ondernemers van Berkelland. De opbrengsten van de reclamebelasting worden na aftrek van onze kosten overgedragen aan het ondernemersfonds. Vanuit dit fonds kunnen ondernemers activiteiten financieren.
We verwachten in 2022 een bedrag van € 160.000 aan het ondernemersfonds te kunnen overdragen.
Bestemmingsheffingen
Terug naar navigatie - BestemmingsheffingenBestemmingsheffingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifiek voorzieningen. Onder deze categorie vallen de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze heffingen mogen op begrotingsbasis maximaal kostendekkend zijn.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is bedoeld om de kosten van afvalinzameling en afvalverwijdering te dekken. Wij streven naar 100% kostendekking bij de afvalstoffenheffing.
De totale te dekken kosten van de afvalstoffenheffing zijn als volgt opgebouwd:
2021 primitief | 2021 gewijzigd | 2022 | |
Taakveld afval lasten | 2.976.872 | 2.705.061 | 3.039.710 |
Taakveld afval opbrengsten | 459.200 | 459.200 | 420.700 |
Nettolasten taakveld afval | 2.517.672 | 2.245.861 | 2.619.010 |
Toe te rekenen lasten | 70.000 | 70.000 | 70.000 |
Taakveld overhead | 177.435 | 177.435 | 120.217 |
Btw (compensabel) | 540.642 | 422.195 | 489.028 |
Mutatie egalisatiereserve | -57.779 | 172.479 | -210.285 |
Totaal lasten | 3.247.970 | 3.087.970 | 3.087.970 |
Opbrengsten heffing | 3.247.790 | 3.087.970 | 3.087.970 |
Dekkingspercentage | 100% | 100% | 100% |
Voor 2022 zijn de begrote opbrengsten lager dan de begrote lasten. Het kostendekkingspercentage is 93%. Het verschil wordt onttrokken aan de egalisatiereserve afval. Daarmee is dekking weer 100%. De tarieven 2022 blijven onveranderd ten opzichte van 2021. De komende jaren wordt bij de bepaling van de tarieven rekening gehouden met een afbouw van de reserve afval tot onder het plafond. Het plafond is vastgesteld op € 1 miljoen. Bij de huidige tarieven en gelijkblijvend kostenniveau zal dat naar verwachting in 2025 het geval zijn.
Maatstaven | 2020 | 2021 | 2022 |
basispakket 140 grijs |
136,90 | 135,00 | 135,00 |
basispakket 240 grijs | 187,60 | 185,00 | 185,00 |
verzamelcontainers | 136,90 | 135,00 | 135,00 |
Rioolheffingen
De gemeente heeft de zorg voor het stedelijk afvalwater, hemelwater en de structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand. De kosten hiervan worden betaald uit de rioolheffing. Er is een bewuste keuze gemaakt om de heffing te splitsen in een gebruikersdeel en een eigenarendeel. De gebruiker betaalt, omdat hij/zij afvalwater op het riool loost. De eigenaar omdat de aansluiting op de riolering de gebruikswaarde van zijn pand verhoogt.
Het uitgangspunt voor de rioolheffing is 100% kostendekkende tarieven op termijn. Op basis van het watertakenplan 2019-2023 is de inschatting gemaakt dat de tarieven de komende jaren, naast de inflatiecorrectie, met 2% extra moeten stijgen om op een kostendekkend niveau te komen.
Tekorten of overschotten op het taakveld riolering worden verrekend met de voorziening riolering. Deze voorziening dient om tegenvallers op te vangen en voorkomt grote schommelingen in de tarieven.
De komende jaren is het tarief niet kostendekkend en gebruiken we ook de rioolvoorziening om de noodzakelijke investeringen en onderhoud aan het riool te kunnen financieren. We hebben berekend dat we op deze manier in 2030 op een kostendekkend tarief zitten.
We hebben toegezegd dat als er omstandigheden zijn die maken dat de rioolheffing (eenmalig) minder of niet hoeft te stijgen, we de tariefstijging zullen heroverwegen. Deze omstandigheden doen zich nu voor. In 2019 en 2020 was er namelijk een positief saldo op riolering. Dit komt o.a. doordat investeringen later worden gerealiseerd dan waarmee in het watertakenplan gerekend is. Het positieve saldo is toegevoegd aan de voorziening riolering. De voorziening is daardoor op dit moment ruim hoger dan waarmee in het watertakenplan gerekend is. Dat maakt dat we het, hoewel we nog niet op het berekende kostendekkende tarief voor de planperiode zitten, het toch redelijk vinden om voor 2022 eenmalig af te zien van een verhoging van het riooltarief. Omdat de investeringen wat later worden uitgevoerd dan gepland, drukken ook de bijbehorende kapitaalslasten later op de begroting. Op basis van de meest recente cijfers (Berap 2021) blijkt dat we in 2021 naar verwachting niet alle geplande projecten (investeringen) kunnen uitvoeren. Als we dit doorrekenen naar 2022 kunnen we daardoor ook in 2022 een toevoeging aan de voorziening verwachten. Daarom stellen we voor om, naast de eenmalige tariefstabilisatie, ook per aansluiting een bedrag van 35 euro terug te geven. Dit betekent dus in feite per aansluiting een korting van 35 euro op het tarief dat per aansluiting in 2021 betaald moest worden.
Uiteraard blijft buiten kijf staan dat gelden vanuit de rioolheffing alleen voor rioleringsinvesteringen gebruikt worden en strikt doelmatig ingezet worden. We zullen vóór 2023 het Watertakenplan herijken. Ook zullen we dan op basis van deze actualisatie een (her)berekening maken van benodigde rioolheffing op de (middel)lange termijn om de doelstellingen in het Watertakenplan te kunnen realiseren.
De totale te dekken kosten van de rioolheffing zijn als volgt opgebouwd:
2021 primitief | 2021 gewijzigd | 2022 | |
Taakveld riolering lasten |
5.390.410 | 5.189.319 | 4.706.444 |
Taakveld riolering opbrengsten | 36.000 | 36.000 | 30.000 |
Nettolasten taakveld riolering | 5.354.410 | 5.153.319 | 4.676.444 |
Toe te rekenen lasten | 312.909 | 53.000 | 88.000 |
Taakveld overhead | 612.370 | 612.370 | 485.058 |
Btw (compensabel) | 1.175.000 | 1.175.000 | 1.175.000 |
Mutatie egalisatievoorziening | -313.249 | 147.751 | -32.062 |
Totaal lasten | 7.141.440 | 7.141.440 | 6.392.440 |
Opbrengsten heffing | 7.141.440 | 7.141.440 | 6.392.440 |
Dekkingspercentage | 100% | 100% | 100% |
De uitvoering van projecten loopt achter ten opzichte van de planning in het watertakenplan. Hierdoor zijn de kapitaalslasten behoorlijk lager. Verschillen tussen de lasten en de rioolheffingen worden normaal verrekend met de egalisatievoorziening riolering. Deze voorziening echter al ruim hoger is dan de raming in het watertakenplan. Omdat we de voorziening niet verder willen laten stijgen gaan we in 2022 eenmalig een korting verlenen op de heffing. Met deze korting zijn de baten en lasten weer in evenwicht.
De tarieven 2022 blijven gelijk aan de tarieven voor 2021:
Maatstaven | 2020 | 2021 | 2022 |
Eigenarendeel |
198,50 | 206,04 | 206,04 |
0 m³ - 1000 m³ bedrag per m³ | 1,20 | 1,25 | 1,25 |
1001 m³ - 2500 m³ bedrag per m³ | 1,15 | 1,19 | 1,19 |
2501 m³ - 5000 m³ bedrag per m³ | 1,04 | 1,08 | 1,08 |
2501 m³ - 5000 m³ bedrag per m³ | 0,61 | 0,63 | 0,63 |
Maximum | 60.000 | 60.000 | 60.000 |
Retributies/rechten
Een retributie kan alleen worden geheven voor het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen van de gemeente, bv. begraafrechten en marktgelden, en het verlenen van diensten.
De verwachte opbrengst mag niet hoger zijn dan de kosten die met het gebruik of de dienstverlening verbonden zijn.
Begraafrechten
Begraafrechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel voor wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De tarieven voor 2022 worden verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,6%.
2021 | 2022 | |
Taakveld begraafplaatsen lasten |
234.493 | 295.962 |
Taakveld begraafplaatsen opbrengsten | 4.843 | 4.843 |
Nettolasten taakveld begraafplaatsen | 229.650 | 291.119 |
Toe te rekenen lasten | 20 | 20 |
Taakveld overhead | 76.324 | 89.380 |
Btw (compensabel) | 29.170 | 27.050 |
Totaal lasten | 335.164 | 407.569 |
Opbrengsten begraafrechten | 270.000 | 270.000 |
Dekkingspercentage | 81% | 66% |
Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt als bedoeld in de marktverordening gemeente Berkelland en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend.
|
2021 |
2022 |
Markten lasten |
57.170 |
58.802 |
Markten opbrengsten |
4.250 |
450 |
Nettolasten markten |
52.920 |
58.352 |
|
|
|
Toe te rekenen lasten |
1.285 |
1.285 |
Taakveld overhead |
29.197 |
24.300 |
Btw (compensabel) |
3.070 |
3.867 |
Totaal lasten |
86.472 |
87.804 |
|
|
|
Opbrengsten marktgelden |
58.800 |
58.800 |
|
|
|
Dekkingspercentage |
68% |
67% |
Leges
De gemeente heft leges voor het verlenen van diensten die in het individuele belang van de aanvrager van de dienst zijn.
Voor bepaalde diensten zijn door het Rijk maximumtarieven vastgesteld, bijvoorbeeld rijbewijzen en reisdocumenten.
Hoofdstuk | Onderwerp | Taakveld | Toe te rekenen lasten | Overhead | Totaal lasten | Baten | Dekking in % |
Titel 1 | Algemene dienstverlening | ||||||
1 | Burgerlijke stand | Burgerzaken | 47.878 | 14.273 | 62.151 | 40.000 | 64% |
2 | Reisdocumenten | Burgerzaken | 345.330 | 148.609 | 493.940 | 219.000 | 44% |
3 | Rijbewijzen | Burgerzaken | 216.876 | 96.441 | 313.317 | 212.000 | 68% |
4 | Verstrekkingen uit basisregistratie personen | Burgerzaken | 22.096 | 12.634 | 34.730 | 30.000 | 86% |
5 t/m 19 | Diversen | Diversen | 26.739 | 14.421 | 41.160 | 42.000 | 102% |
Subtotaal | 658.919 | 286.379 | 945.297 | 543.000 | 57% | ||
Titel 2 | Omgevingsvergunning | Wonen en bouwen | 2.071.963 | 1.338.963 | 3.410.926 | 1.400.440 | 41% |
Titel 3 | Dienstverlening | Openbare orde en veiligheid | 4.842 | 3.288 | 8.130 | 5.000 | 61% |
Totaal | 2.735.724 | 1.628.630 | 4.364.354 | 1.948.440 | 45% |
Kwijtscheldingsbeleid
Terug naar navigatie - KwijtscheldingsbeleidVoor mensen met een minimuminkomen bestaat de mogelijkheid gehele of gedeeltelijke kwijtschelding te krijgen voor de volgende gemeentelijke belastingen:
a. OZB;
b. Reinigingsheffingen;
c. Rioolheffing.
Wij verlenen gehele kwijtschelding als er aan alle voorwaarden voor kwijtschelding is voldaan. In onze gemeente hanteren wij de zogenaamde 100% kwijtscheldingsnorm. Dit betekent dat mensen met een inkomen op bijstandsniveau, zonder vermogen, altijd in aanmerking komen voor kwijtschelding.