Uitgangspunten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Begrotingsuitgangspunten zijn nodig om de begroting 2022 - 2025 op een consistente manier op te bouwen. Door de begrotingsuitgangspunten vast te leggen is ook voor iedereen terug te vinden waar bij het opstellen van de begroting rekening mee is gehouden.  De uitgangspunten passen we toe op de begroting 2022. Voor de jaren erna hanteren we het principe van constante prijzen.  Dit betekent dat we voor de jaren na 2022 uitgaan van een situatie waarin de kosten niet stijgen door loon, prijs of rente aanpassingen. Datzelfde geldt ook voor de inkomsten.

Uitgangspunten in het kort

Terug naar navigatie - Uitgangspunten in het kort
Omschrijving uitgangspunt
Lasten (algemeen)
Prijsstijging

1,6%

Subsidies Berekening op basis van Meicirculaire
Gemeenschappelijke regelingen Begroting gemeenschappelijke regeling
Salarissen 2%
Kapitaallasten 1e afschrijving in het jaar na gereedkoming
 
Baten (algemeen)
Belastingen onroerende zaken (OZB) 6%
Overige belastingen 1,6%
Rioolrecht

Kostendekkend

Afvalstoffenheffing Kostendekkend
Leges Kostendekkend
Overige opbrengsten 1,6%
   
Overige uitgangspunten
Onvoorzien € 200.000
Prijspeil meerjarenperspectief Constante prijzen
Algemene uitkering gemeentefonds  
   
Eenheden algemene uitkering 2022 2023 2024 2025 2026
Inwoners 43.500 43.275 43.025 42.840 42.600
Huishoudens 19.450 19.455 19.460 19.465 19.465
Woningen 20.250 20.250 20.250 20.250 20.250
Bedrijven 4.800 4.800 4.800 4.800 4.800

Toelichting uitgangspunten

Terug naar navigatie - Toelichting uitgangspunten

Prijsstijging
Het inflatiepercentage halen we ieder jaar uit de gemeentefondscirculaire. Dit is het door het Centraal Planbureau (CPB) bepaalde percentage voor het komende begrotingsjaar (2022) voor overheidsbestedingen. 

 

Salarissen
De salarissen rekenen we door naar de formatie zoals die op 1 juni 2021 (begroting) bekend is. We gaan uit van een percentage van 2%. 

 

Gemeenschappelijke regelingen
Een groot deel van onze taken wordt uitgevoerd door gemeenschappelijke regelingen. Voor het uitvoeren van deze taken zijn wij een bijdrage verschuldigd. De bijdrage wordt jaarlijks door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling vastgesteld door de vaststelling van de begroting van de gemeenschappelijke regeling. Voor de perspectiefnota volgen wij de conceptbegrotingen van de verschillende gemeenschappelijke regelingen.

 

Kapitaallasten
De kapitaallasten van de gerealiseerde en lopende investeringen rekenen we voor de programmabegroting door na vaststelling van de jaarstukken. In de perspectiefnota staat het investeringsplan 2022 en verder.

 


Belastingen (OZB en overige belastingen)
Voor de OZB en overige belastingen hanteren we de volgende uitgangspunten:
• Vanaf 2022 wordt de autonome groei van het aantal woningen en bedrijven verwerkt in de begroting om hiermee extra lasten die vanuit deze groei ontstaan op te vangen;
• De totale opbrengst na autonome groei wordt verhoogd met 6% conform eerdere besluitvorming uit Berkelland in Balans;
• De tarieven worden gecorrigeerd voor de stijging van de waarde van woningen en bedrijven.

 


Riolering
De tarieven zijn kostendekkend.

Afval
De tarieven voor afval zijn kostendekkend.

 

Leges
Het beleid is om kostendekkende tarieven te hanteren voor leges, overige diensten en overige opbrengsten. In de praktijk hanteren we een prijsindexering omdat er geen regels zijn op basis waarvan we de kostendekkendheid kunnen berekenen. Bij leges die ook een rijksdeel kennen (burgerzaken), volgen we de landelijk vastgestelde tarieven.

 

Overige opbrengsten
Onder overige opbrengsten valt bijvoorbeeld de verhuur van gebouwen en gronden.

 

Stelpost onvoorzien
In de financiële verordening van de gemeente Berkelland is opgenomen dat we € 200.000 ramen voor onvoorzien. Onvoorzien is niet bedoeld om alle wijzigingen in de begroting op te vangen. Het gaat hier alleen om de onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare uitgaven (de drie O’s).

 

Prijspeil meerjarenperspectief
Voor het meerjarenperspectief hanteren we constante prijzen en lonen. Het prijspeil in de begroting is dat van 2022. Dit betekent dat we prijsstijgingen niet doorrekenen aan de lastenkant in de volgende drie jaren, maar ook niet aan de batenkant. Ook het meerjarenperspectief van de Algemene uitkering benaderen we op die manier.

 

Algemene uitkering gemeentefonds
De Algemene uitkering krijgen we van het Rijk. Deze Algemene uitkering hangt aan de ene kant samen met de omvang van de overheidsuitgaven en aan de andere kant met de taken die ermee gemoeid zijn. De ontwikkelingen hierin meldt het Rijk via (gemeentefonds)circulaires. Voor de perspectiefnota gebruiken we de meicirculaire 2021. Voor de begroting baseren we ons ook op de informatie uit de meicirculaire 2021. Ontwikkelingen die vervolgens in de septembercirculaire 2021 worden genoemd, benoemen we bij de behandeling van de begroting in november 2021 (in een eerste wijzigingsvoorstel van de begroting 2022).

 

Eenheden Algemene uitkering
De berekende eenheden in de Algemene uitkering zijn van belang bij het onderbouwen van begrotingsbudgetten. Naast eigen prognoses, maken we ook gebruik van schattingen van het Rijk en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Uitgangspunten beschikbaarstelling reserves en kredieten

Terug naar navigatie - Uitgangspunten beschikbaarstelling reserves en kredieten

Beschikking over reserves
Het instellen van, het beschikken over en het toevoegen aan reserves is de bevoegdheid van de raad. Dit gebeurt via een afzonderlijk raadsvoorstel. Het kan ook onderdeel vormen van de begroting, een tussenrapportage of de jaarrekening.

 

Investeringskredieten
Bij de vaststelling van de begroting stelt de raad de investeringskredieten voor de betreffende jaarschijf beschikbaar. Na een collegebesluit over het feitelijke uitvoeringsplan worden kredieten definitief beschikbaar gesteld en kan de daadwerkelijke uitvoering starten.