Investeren in de samenleving
Onverminderd zetten we in op het benutten van de kracht van onze samenleving en het wijk- en kerngericht werken. Daarbij spelen we in op de wijk - en kern specifieke behoeften van de bewoners, zowel qua fysieke als sociale leefomgeving. Om het wijk- en kerngericht werken steeds beter vorm te geven, verbeteren we voortdurend onze werkprocessen en onze onderlinge afstemming. We gebruiken onze reguliere budgetten en middelen om het wijk- en kerngericht werken om te zetten in concrete resultaten en projecten. Bovendien beschikken we over de (nog niet uitgeputte) extra beschikbaar gestelde (eenmalige) middelen in het kader van Samen investeren in Berkelland, waardoor we extra stappen kunnen zetten.
Net als vorig jaar moeten we ook de komende periode de tering naar de nering zetten en kunnen we het extra (tijdelijke) geld voor het wijk- en kerngericht werken goed gebruiken voor (het verder op weg helpen van) concrete projecten en wensen uit de samenleving. We merken dat onze inwoners ons weten te vinden en wij hen.
Een uitnodigende leefomgeving
Met de beschikbare middelen proberen we in te spelen op de wensen van onze inwoners en een zo groot mogelijk maatschappelijk resultaat te halen. Dat betekent veel afstemmen met onze inwoners, bedrijven en instellingen. Dat is een grote uitdaging gezien de corona beperkingen. We blijven op alle mogelijke en gewenste manieren contact zoeken en geven via het 'ambitie gericht beheer' wijken en buurten een centrale rol. Op basis van verschillende thema’s (zoals schoon en veilig, biodiversiteit, klimaatadaptatie en bewegen, recreatie en ontmoeten) inventariseren we wat inwoners het belangrijkst vinden in hun wijk of buurt en bepalen samen hoe we onze leefomgeving inrichten.
We moeten bezuinigen op het groenonderhoud en gebruiken de beschikbaar gestelde extra middelen voor het verbeteren van het groenonderhoud ook om het groen zo vorm te geven dat het onderhoud structureel goedkoper wordt. Binnen de huidige werkwijze is ook veel aandacht voor ecologie. Daar waar mogelijk richten we de openbare ruimte ecologisch in en passen we ecologisch beheer toe.
Veilige en makkelijk berijdbare wegen en paden
Er is een uitvoeringsplan opgesteld voor een impuls van het onderhoud van onze wegen in het buitengebied. Op basis van een gedegen analyse weten we waar we de komende jaren moeten investeren in het wegenonderhoud met de extra tijdelijke middelen die we daarvoor beschikbaar hebben. Deze extra investeringen stellen ons in staat om de komende jaren op onderhoudskosten wat te kunnen besparen zonder dat we daarmee het afgesproken onderhoudsniveau (overwegend laag) geweld aan doen. Dit biedt echter structureel geen soelaas en we zullen op termijn keuzes moeten maken over het gewenste kwaliteitsniveau en de daarbij benodigde structurele middelen.
Leefomgeving aangepast aan het veranderende klimaat
We hebben een watervisie en watertakenplan opgesteld met het Waterschap Rijn en IJssel. De afgelopen periode is klip en klaar geworden dat klimaat adaptief inrichten van onze buitenruimte noodzaak is. We werken samen met het waterschap aan waterberging en waterinfiltratie (afkoppeling), opgenomen in een aantrekkelijke leefomgeving (blauw/groene parels zoals in Ruurlo en andere plekken in voorbereiding). We maken onze leefomgeving (beter) bestand tegen droogte en hitte, maar tegelijkertijd ook tegen wateroverlast. Uiteraard blijft een robuuste afvoer van vuilwater (riool) onze kerntaak waarbij we zo efficiënt en effectief mogelijk te werk gaan.
Onderwijshuisvesting
De gemeenteraad heeft in ingestemd met het Integraal Huisvestingsplan onderwijs 2020-2036. Daarvoor is voor de uitvoering van fase 1 budget (€ 3.500.000) vrijgemaakt. Fase 1 loopt tot 2024. Voor uitvoering van de volgende fasen van het IHP zal in de toekomst (meerjarenbegroting) budget vrijgemaakt moeten worden. Als investeringen (uit fase 2) naar voren worden gehaald zal daarvoor (eerder) extra budget voor moeten worden vrijgemaakt.
Rioolheffing
De rioolheffing zoals die in het Watertakenplan 2019-2023 opgenomen is, stijgt, naast de prijsinflatie, jaarlijks met 2% om zo naar een kostendekkend tarief. De komende jaren is het tarief niet kostendekkend en gebruiken we ook de rioolvoorziening (reserve) om de noodzakelijke investeringen en onderhoud aan het riool te kunnen financieren. We hebben berekend dat we op deze manier in 2030 op een kostendekkend tarief zitten.
We hebben toegezegd dat als er omstandigheden zijn die maken dat de rioolheffing (eenmalig) minder of niet hoeft te stijgen, we de tariefstijging zullen heroverwegen. Deze omstandigheden doen zich nu voor. In 2019 was er namelijk een positief saldo op riolering en ook 2020 sluit af met een positief saldo. Dit komt o.a. doordat investeringen wat later worden gerealiseerd dan waarmee in het watertakenplan gerekend is. Het positieve saldo wordt toegevoegd aan de voorziening riolering. De voorziening is daardoor op dit moment ruim hoger dan waarmee in het watertakenplan gerekend is. Dat maakt dat we het, hoewel we nog niet op het berekende kostendekkende tarief voor de planperiode zitten, toch redelijk vinden om voor 2022 eenmalig af te zien van de trendmatige verhoging van 2%.
Buiten kijf blijft uiteraard staan dat gelden vanuit de rioolheffing alleen voor rioleringsinvesteringen gebruikt worden en strikt doelmatig ingezet worden. We zullen vóór 2023 het Watertakenplan herijken. Ook zullen we dan op basis van deze actualisatie een (her)berekening maken van benodigde rioolheffing op de (middel) lange termijn om de doelstellingen in het Watertakenplan te kunnen realiseren.
Afvalstoffenheffing
De tarieven van onze afvalverwerker Twence zijn niet kostendekkend en worden verhoogd. Wat dit precies voor uitwerking heeft voor onze afvalstoffenbegroting vanaf 2022 kunnen wij op dit moment nog niet exact aangeven. Dat is niet alleen afhankelijk van het verwerkingstarief, maar ook van de hoeveelheid ingezamelde grondstoffen. Deze hoeveelheden zijn onder andere afhankelijk van de afvalscheidingsbereidheid van huishoudens en de ongebruikelijke omstandigheden door corona. Door corona zijn veel meer mensen thuisgebleven en is er veel meer huishoudelijk afval ingezameld. Het is de vraag hoe de stroom huishoudelijk afval zich precies gaat ontwikkelen als corona weer (naar de achtergrond) verdwijnt.
Op dit moment stellen wij voor om het afvalstoffentarief voor 2022 te bepalen op het tarief van 2020 inclusief twee jaar prijsindexering. (Het tarief van 2021 is immers bij amendement A-20-11 van de raad eenmalig teruggebracht naar het tarief van 2019). Wij denken vooralsnog dat de egalisatiereserve voldoende is om de tariefsverhoging van Twence en eventuele tegenvallers in de afvalstoffenbegroting in de nabije toekomst (o.a. als gevolg van Corona) op te vangen. In de gemeenteraadsvergadering van december komen wij met de uitgewerkte afvalstoffenheffing.