Portefeuillehouder
Gerjan Teselink

Omschrijving (toelichting)

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

De algemene uitkering is de verdeling van het gemeentefonds naar de gemeenten. De groei of krimp van het gemeentefonds is afhankelijk de rijksuitgaven. Hoe hoger de rijksuitgaven, hoe meer geld er in het gemeentefonds komt. Ministeries kunnen ook geld aan het gemeentefonds toevoegen om gemeenten taken uit te laten voeren. Dit noemen we taakmutaties.

 

De verdeling van het gemeentefonds is afhankelijk van 3 factoren:

  • Het bedrag per maatstaf
    De verdeling vindt plaats aan de hand van maatstaven zoals inwoners, uitkeringsgerechtigden, de oppervlakte van de gemeente en aantal kernen. Aan iedere maatstaf wordt een bedrag gekoppeld. Dit bedrag wijzigt en daarmee ook de uitkering.
  • Het aantal van een maatstaf
    Hoe meer inwoners de gemeente heeft hoe hoger het bedrag dat zij op basis van inwoners krijgt. Wijziging in de aantallen leidt dus tot een hogere of lagere uitkering.
  • De uitkeringsfactor
    Niet het hele gemeentefonds wordt verdeeld op basis van hoeveelheid x bedrag per maatstaf. Er blijft nog iets over. Dit restant wordt verdeeld via de uitkeringsfactor.  Als er meer geld overblijft stijgt de uitkeringsfactor en daarmee de algemene uitkering. Blijft er minder geld over dan daalt de uitkeringsfactor en daarmee de algemene uitkering.
    Hoe hoger de rijksuitgaven hoe meer geld er in het gemeentefonds komt.

Geld (indicator)

O

Geld (toelichting)

De algemene uitkering stijgt ten opzichte van de gewijzigde begroting met € 1.945.000. Van dit bedrag is € 635.000 het gevolg van de ontwikkeling van de uitkeringsfactor. Hoeveelheidsverschillen zorgen voor een stijging van € 131.000.

De resterende € 1.179.000 komt doordat extra middelen aan het gemeentefonds zijn toegevoegd. Hiervan is € 360.000 voor bestaande taken, € 1.47.000 is voor nieuwe taken en € 671.000 is coronasteun. Van de coronasteun is € 342.000 voor de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijk Kosten. Voor compensatie van extra zorgkosten is er € 113.000 ontvangen en voor de lokale culturele voorzieningen inclusief dorpshuizen € 216.000.

Verder kregen we nog een nabetaling over de afgelopen jaren. In het totaal ging het om € 119.000.