Portefeuillehouder
Gerjan Teselink

Omschrijving (toelichting)

Er zijn twee normen om te bepalen hoe groot het renterisico is. De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd korter dan een jaar. De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd langer dan een jaar. Beide normen moeten er voor zorgen dat gemeenten geen onnodig groot risico lopen door schommelingen in de rente. 

Kwaliteit (indicator)

-

Kwaliteit (label)
Jaarstukken 2020

Kwaliteit (toelichting)

In 2020 hebben we (kasgeld)leningen aangetrokken. We blijven binnen de normen van de kasgeldlimiet en renterisiconorm.

1. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel we per kwartaal mogen lenen voor een periode korter dan 1 jaar. Volgens deze limiet mochten we € 10,4 miljoen lenen. In het overzicht is te zien dat we in 2020 ruim onder deze norm zijn gebleven.

2. De renterisiconorm geeft aan of wijzigingen in de rente van huidige leningen, rente over nieuwe leningen en aflossingen passen bij de begroting. Wij blijven ruim onder de norm van 24,6 miljoen.

3. Het renteresultaat wijkt af van de toegestane norm. Daarom is er een herberekening van de aan taakvelden toegerekende rente gemaakt met een ander percentage dan in de begroting. In de begroting is met 1% gerekend en voor de realisatie met een percentage van 0,67%.

Geld (indicator)

-

Geld (label)
Jaarstukken 2020

Geld (toelichting)

1. De kasgeldlimiet

Toets kasgeldlimiet        (bedragen x € 1.000)        
Omvang begroting per 1 januari 2020:   120.000 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
1. Toegestane kasgeldlimiet        
in procenten van de grondslag 8,5 % 8,5 % 8,5 % 8,5 %
iin bedragen 10.200 10.200 10.200 10.200
2. Omvang vlottende schuld        
Opgenomen gelden < 1 jaar 13.667 18.333 4.333 8.333
Schuld in rekening-courant        515 313 483 179
Gestorte gelden door derden < 1 jaar        
Totale omvang van de vlottende schuld 14.182 18.646 4.816 8.512
3 Vlottende middelen        
Contante gelden in kas 5 4 6 6
Tegoeden in rekening-courant 5.655 10.109 9.796 11.841
Overige uitstaande gelden < 1 jaar        
Totale omvang van de vlottende middelen 5.660 10.113 9.803 11.847
Toets kasgeldlimiet        
4 Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) 8.521 8.533 - 4.987 -3.335
Toegestane kasgeldlimiet 10.200 10.200 10.200 10.200
Ruimte (+)/Overschrijding (-) = (1) - (4) 1.679 1.667 15.187 13.535

 

2.  De renterisiconorm

Renterisico begrotingstotaal over 2020 (bedragen x € 1.000)

Stap Variabelen renterisico(norm) Bedragen
(1) Renteherzieningen  
(2) Aflossingen 2.747
(3) Renterisico (1+2) 2.747
(4) Renterisiconorm 24.000
5a = (4>3) Ruimte onder risiconorm 21.253
5b = (4<3) Overschrijding renterisiconorm  
  Berekening Renterisiconorm  
(4a) Begrotingstotaal 120.000
(4b) Percentage regeling 20%
(4)=4a * 4b/100) Renterisiconorm 24.000

 

3.  Het renteresultaat

Renteresultaat 2020 Bedragen (x € 1.000)
Externe rente korte en lange financiering 1.902
Externe rente baten -799
Saldo rentelasten en rentebaten 1.104
Rente grondexploitatie 98
Rente projectfinanciering  
Saldo door te rekenen externe rente 1.006
Rente Eigen Vermogen  
Rente Voorzieningen  
Totaal werkelijk aan taakvelden toe te rekenen rente 1.006
Werkelijk aan taakvelden toegerekend -1.498
Renteresultaat op taakveld Treasury -492

Doorberekende rente / rente resultaat
In de jaarrekening wordt rente doorberekend aan de grondexploitatie en aan taakvelden. Er wordt uitgegaan van totaal financiering. Dit houdt in dat aangetrokken leningen betrekking hebben op alle activiteiten van de gemeente. De wijze waarop er wordt doorberekend is als volgt:

grondexploitatie
De aan de grondexploitatie doorberekende rente is conform de voorschriften van het BBV.  Het percentage wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen. Voor 2020 was dit 2,05%.

Taakvelden
Aan taakvelden wordt rente toegerekend op basis van een omslagpercentage.
Het begrote omslagpercentage wordt berekend door de totale rentelasten te delen door het  saldo van de investering op 1 januari van het boekjaar. Indien de afwijking bij realisatie tussen de werkelijke rentelasten en de voor gecalculeerde toegerekende rentelasten groter is dan 25% moet het  gecorrigeerd worden. 

De afwijking tussen de werkelijke en toegerekende rentelasten is meer dan 25% van de werkelijke lasten. Daarom is er een herberekening doorgevoerd van de toe te rekenen rente. De werkelijk toegerekende rente is 0,67% ( In de begroting was dit 1%)

In 2020 hebben we elke maand kasgeldleningen aangetrokken.  De rente voor deze leningen was constant negatief.



Toelichting

G

Kwaliteit

In 2020 hebben we (kasgeld)leningen aangetrokken. We blijven binnen de normen van de kasgeldlimiet en renterisiconorm.

1. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel we per kwartaal mogen lenen voor een periode korter dan 1 jaar. Volgens deze limiet mochten we € 10,4 miljoen lenen. In het overzicht is te zien dat we in 2020 ruim onder deze norm zijn gebleven.

2. De renterisiconorm geeft aan of wijzigingen in de rente van huidige leningen, rente over nieuwe leningen en aflossingen passen bij de begroting. Wij blijven ruim onder de norm van 24,6 miljoen.

3. Het renteresultaat wijkt af van de toegestane norm. Daarom is er een herberekening van de aan taakvelden toegerekende rente gemaakt met een ander percentage dan in de begroting. In de begroting is met 1% gerekend en voor de realisatie met een percentage van 0,67%.

G

Tijd

G

Geld