Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Indien er sprake is van her-rubricering dan is hier melding van gemaakt in de toelichting en zijn de vergelijkende cijfers aangepast.
Er is een nieuwe financiële verordening vastgesteld waarin onder andere de volgende wijzigingen zijn doorgevoerd:
* start afschrijving na jaar ingebruikname (vanaf 2018)
* investeringen kleiner dan € 20.000 niet activeren (stelselwijziging)
* vast rentepercentage bij individuele investeringen verwijderen
* verschil gemaakt in rubricering economisch en maatschappelijk nut

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarden.
De baten en lasten worden toegekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico´s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden als last genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Balans
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in maximaal 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan na het jaar van ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Kosten van disagio worden niet geactiveerd.

Activa van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met de afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven maximaal gelijk aan de afschrijvingsduur van de activa die door de betreffende derden wordt gehanteerd.

Materiële vaste activa met een economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Investeringen worden na het jaar van ingebruikneming lineair afgeschreven over de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit, niet zijnde sportvelden, met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Ingevolge de financiële verordening schrijven we lineair af. Bij wijzigingen in de gehanteerde afschrijvingstermijnen blijven de termijnen voor in het verleden gepleegde investeringen intact voor zover niet anders wordt besloten. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan twintigduizend euro worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs. De percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut worden geactiveerd en lineair afgeschreven.

De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. 

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen uitgezette gelden zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV´s en BV´s ('kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen' in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

Vlottende activa
Voorraden
De als 'onderhanden werken' opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Rekening houden met de 'Percentage of Completion'. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eventuele voorziening voor oninbaarheid wordt in mindering gebracht op de vorderingen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva
Reserves
Naast de algemene reserve zijn er diverse reserves gevormd die voor een specifiek doel bestemd zijn. Het muteren van reserves vindt plaats op aangeven van de raad. Alle mutaties op reserves lopen via het taakveld mutaties reserves.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorzienbare verlies.

De pensioenverplichting voor de wethouders is echter op contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd."

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van langer dan één jaar.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Waarborgen en garanties
Van de leningen waar de gemeente borg of garant voor staat, is het totaalbedrag van de geborgde of gegarandeerde schuldrestanten per einde jaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Balans per 31 december 2019

Terug naar navigatie - Balans per 31 december 2019
ACTIVA Ultimo 2019 Ultimo 2018
Vaste activa
Immateriële vaste activa 185 4
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief 182 4
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 3
Materiële vaste activa 100.043 98.079
In erfpacht uitgegeven gronden 68 70
Investeringen met economisch nut 42.470 43.341
Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 32.484 31.981
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut 25.021 22.688
Financiële vaste activa 48.072 46.955
Kapitaalverstrekking aan:
Deelnemingen 735 735
Gemeenschappelijke regelingen 72 72
Overige verbonden partijen 5.933 5.142
Leningen aan:
Openbare lichamen art. 1a wet fido 5.213 6.203
Woningbouwcorporaties
Deelnemingen 20.012 20.012
Overige verbonden partijen 7.661 5.151
Overige langlopende leningen 8.446 9.640
Uitzettingen in 's Rijks schatkist > 1jaar
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier > 1 jaar
Overige uitzettingen > 1 jaar
Totaal vaste activa 148.300 145.038
Vlottende activa
Voorraden 2.796 2.855
Grond- en Hulpstoffen
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 4.325 4.554
Gereed product en handelsgoederen -1.528 -1.700
Vooruitbetalingen
Uitzettingen < 1 jaar 17.862 18.557
Vorderingen op openbare lichamen 8.628 6.161
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen art.1a wet fido
Overige verstrekte kasgeldleningen
Uitzettingen in 's Rijks schatkist < 1 jaar 3.434 4.739
Rekening-courantverhouding met het Rijk
Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen 4.970 5.810
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier < 1 jaar
Overige vorderingen 830 1.846
Overige uitzettingen < 1 jaar
Liquide middelen 862 691
Kas- en Banksaldi 862 691
Overlopende activa 8.337 9.869
Nog te ontvangen voorschotbedragen door voorfinanciering met specifiek bestedingsdoel van:
Europese overheidslichamen
Het Rijk 758 258
Overige Nederlandse overheidslichamen 1.962 226
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen 5.617 9.385
Totaal vlottende activa 29.857 31.971
Totaal generaal 178.157 177.010
Recht op verliescompensatie krachtens de wet op de Vennootschapsbelasting 1969 nvt nvt
PASSIVA Ultimo 2019 Ultimo 2018
Vaste passiva
Eigen vermogen 94.647 94.362
Algemene reserve 21.497 37.581
Bestemmingsreserves 66.182 58.455
Gerealiseerd resultaat 6.969 -1.675
Voorzieningen 11.057 12.385
Voorziening voor verplichtingen en verliezen 5.197 5.082
Voorziening voor risico's
Voorziening voor het gelijkmatig verdelen van lasten
Voorziening voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven 5.860 7.303
Vaste schulden > 1 jaar 43.954 46.702
Obligatieleningen
Onderhandse leningen van:
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 43.954 46.702
Binnenlandse bedrijven
Openbare lichamen als bedoeld in art.1a wet fido
Overige binnenlandse sectoren
Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen
vooruitontvangen bedragen > 1 jaar
Totaal vaste passiva 149.659 153.448
Vlottende Passiva
Netto vlottende schulden < 1 jaar 16.467 9.234
Kasgeldleningen bij openbare lichamen art. 1a wet fido
Overige kasgeldleningen 11.700 6.400
Banksaldi 1.015
Overige schulden 3.752 2.834
Overlopende passiva 12.031 14.329
Verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen 6.437 6.902
Ontvangen voorschotten voor uitkeringen met specifiek bestedingsdoel van:
Europese overheidslichamen
Het Rijk 828 374
Overige Nederlandse overheidslichamen 2.106 1.224
Overige vooruitontvangen bedragen voor volgend begrotingsjaar 2.660 5.829
Totaal vlottende passiva 28.498 23.563
Totaal generaal 178.157 177.010
Gewaarborgde geldleningen 70.504 69.275

Vaste Activa

Terug naar navigatie - Vaste Activa
Immateriële vaste activa
De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:
(Bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
Kosten van onderzoek en ontwikkeling 182 4
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 3 -
Totaal 185 4
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2019:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde 1-1-2019 Correctie beginbalans Investeringen Desinves-teringen Af-schrijvingen Bijdragen derden /Af-waarderingen Boekwaarde 31-12-2019
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
Kosten van onderzoek en ontwikkeling 4 65 119 5 182
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 3 3
Totaal 4 65 122 5 185
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
In erfpacht uitgegeven gronden 68 70
Investeringen met een economisch nut 42.470 43.341
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 32.484 31.980
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut 25.021 22.688
Totaal 100.043 98.079
De volgende herrubriceringen op de beginbalans zijn doorgevoerd:
€ 65.000 van overige Materiële vaste activa met economisch nut naar kosten onderzoek en ontwikkeling (IVA)
€ 192.000 van bedrijfsgebouwen economischnut naar overige langlopenden leningen
€ 331.000 van grond, weg en waterbouwk. Werken maatschappelijk nut naar ecomisch nut dekking door heffing
€ 32.000 van strategische gronden (grond en hulpstoffen) naar strategische gronden (voormalig NIEGG)
De volgende stelselwijziging is doorgevoerd (zie opmerking grondslagen): investeringen kleiner dan € 20.000,= niet activeren
Financiële gevolgen van deze wijziging: Dit geeft een last van € 596.000 via een verlaging van de stelpost ICT investeringen (€ 74.000) en een lagere dotatie voorziening riolering (€ 80.000) geeft deze stelselwijziging per saldo een negatief resultaat van € 442.000
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de erfpachtgronden weer:
(Bedragen X € 1.000)
BW 1-1-2019 Vermeer- deringen Vermin- deringen Desinves-teringen Af-schrijvingen Bijdragen derden /Af-waarderingen Boekwaarde 31-12-2019
Erfpachtgronden 70 2 68
Totaal 70 2 68
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut weer:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde 1-1-2019 Correctie Beginbal. Vermeerde- ringen Verminde- ringen Desinves-teringen Af-schrijvingen Bijdragen derden /Af-waarderingen Boekwaarde 31-12-2019
Gronden en terreinen 4.553 280 24 4.808
Gronden en terreinen, Dekking d.m.v. heffingen 78 5 73
Woonruimten 239 46 285
Woonruimten, Dekking d.m.v. heffingen 3 3 0
Gebouwen 31.882 -192 381 67 1.238 30.768
Gebouwen, Dekking d.m.v. heffingen 4 2 2
Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken 11 5 16
Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken, Dekking d.m.v. heffing 31.686 331 2.005 584 1.628 31.810
Vervoermiddelen 1.238 219 200 8 1.248
Machines, apparaten en installaties 3.301 283 576 3.008
Machines, apparaten en installaties, Dekking d.m.v. heffing 13 3 10
Overige materiële vaste activa 856 -65 613 18 310 1.077
Overige materiële vaste activa, Dekking d.m.v. heffing 198 419 27 589
Strategische gronden (voorm. NIEGG) 884 32 916
Strategische gronden (voorm. Grond en hulpstoffen) 376 -32 344
- 75.321 75 4.251 669 4.016 8 74.954
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop:
(Bedragen X € 1.000)
BW 1-1-2019 Correctie Begingbal. Vermeer- deringen Vermin- deringen Desinves-teringen Af-schrijvingen Bijdragen derden /Af-waarderingen BW 31-12-2019
Gronden en terreinen
Gebouwen
Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken 22.616 -331 3.340 -286 916 24.996
Machines, apparaten en installaties 7 0 6
Ov. materiële vaste activa 65 46 19
Totaal 22.688 -331 3.340 -286 962 25.021
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2019 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
(Bedragen X € 1.000)
BW 1-1-2019 Correctie Beginbalans Investeringen Desinves-teringen Aflossing- en/ Af- schrijvingen Afwaar- deringen Boekwaarde 31-12-2019
Kapitaalverstrekkingen aan:
Deelnemingen 735 735
Gemeenschappelijke regelingen 72 72
Overige verbonden partijen 5.142 4.607 3.816 5.933
5.949 4.607 3.816 6.740
Leningen aan:
Openbare lichamen (art. 1 fido) 6.203 990 5.213
Woningbouwcorporaties
Deelnemingen 20.012 20.012
Overige verbonden partijen 5.151 3.277 767 7.661
31.366 3.277 1.758 32.886
Overige langlopende leningen
Overige langlopende leningen 9.640 192 11 1.397 8.446
Uitzettingen in schatkist > 1 jaar
Uitzettingen Ned. Schuldpapier > 1 jaar
Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar
9.640 192 11 1.397 8.446
Totaal 46.955 192 7.895 6.970 48.072
Kapitaalverstrekkingen aan:
De investeringen en aflossingen verantwoord onder kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen betreft de rekeningcourant positie bij de Svn voor verschillende regelingen
Leningen aan:
De aflossing onder openbare lichamen (art 1 fido) heeft betrekking op de lening van de V.N.O.G. Onder overige verbonden partijen is het bedrag vermeld dat bij de deelnemers van de Svn leningen uitstaat.
Overige langlopende leningen:
De aflossing verantwoord onder de overige langlopende leningen heeft voornamelijk betrekking op leningen aan het personeel inzake de woningfinanciering.

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden
Vlottende Activa
Voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Grond- en hulpstoffen
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 4.987 5.286
Voorziening voor mogelijk verliesgevende exploitaties -663 -732
Voorziening waardering voorraden -1.528 -1.721
Gereed product en handelsgoederen 22
Vooruitbetalingen
Totaal 2.796 2.855
-
Voorziening naar aanleiding van demografische ontwikkelingen.
De gemeente Berkelland heeft zich ten doel gesteld om in de jaren 2010 tot 2025 maximaal 635 woningen toe te laten voegen aan de woningvoorraad. In 2015 is de Regionale Woonagenda voor de periode 2015-2025 vastgesteld. Daarbij is ingezet op 10% verlaging van het aantal woningen tot 570. Dit heeft afgelopen jaren gevolgen gehad voor de keuzes in de woningbouwprogramma's en daarvoor geschikte locaties. In december 2016 is de Lokale woonagenda vastgesteld. In lijn met deze kaders zijn voor de vier grote kernen Structuurvisies Wonen 2017-2025 vastgesteld waarin de gewenste ontwikkeling van nieuwbouwlocaties is opgenomen. Om tot een verantwoorde afweging en prioritering van plannen te komen hebben de gemeenten in de regio in 2019 kwalitatieve toetsingscriteria voor woningbouw vastgesteld. Deze criteria geven ruimte aan (extra) nieuwbouw ten opzichte van de eerdere uitgangspunten, mits het plan bijdraagt aan het oplossen van de mismatch in de bestaande voorraad. Het accent ligt daarbij op: behoefte, transformatie en inbreiding. Ook bestaande plannen zullen worden herbeoordeeld aan de hand van de geactualiseerde regionale en lokale criteria.
-
Op welke wijze en voor welke plannen deze afwegingen effect zullen hebben is op dit moment niet volledig uitgekristaliseerd. Gemeentelijke plannen waarvan de uitvoering door de demografische ontwikkelingen onzeker is, zullen moeten worden afgewaardeerd. Daarvoor is in 2010 een voorziening gevormd van 5 miljoen euro. Eind 2019 bedraagt deze voorziening nog € 1.528.151.
Eventuele schadeclaims die ontstaan doordat particuliere ontwikkelaars minder woningen kunnen bouwen zijn niet in deze voorziening meegenomen. De hoogte van de claims is afhankelijk van de planstatus, de onderhandelingsresultaten, uitkomsten van juridische procedures en mogelijke compensatie door hogere overheden. Deze claims vormen een risico. In de paragraaf Grondbeleid is dit aspect onder Overige risico's benoemd.
Verloop boekwaarde onderhanden werk (bedragen in € 1.000)
De boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie bedroeg per 31 december 2019 € 4.987.113. Van het verloop in 2019 is het volgende overzicht te geven:
Boekwaarde 01-01-2019 Uitgaven Inkomsten Resultaat-neming (winst = -) Boekwaarde 31-12-2019 Voorziening 31-12-2019 Balans per 31-12-2019 (BW - Vzg)
Bedrijventerreinen
Overberkel 4 Borculo 113 -113
Kiefte 4 Eibergen 2.605 71 303 33 2.339 2.339
Everskamp Ruurlo 1.594 43 98 1.539 450 1.089
Woongebieden
de Garver Haarlo -37 -1 -7 -31 -31
Voormalige school Gelselaar 29 1 28 1 1
Schollenkamp Borculo
Zwilbroekseweg / Rekkenseweg Eibergen 120 6 335 -46 -163 -163
Hofrichter Eibergen -15 -243 228 228
KTV Eibergen -247 -3 45 79 -374 -374
Vonderman Noordijk 176 4 24 156 156
Olland Rietmolen 84 9 114 -154 133 133
Hondelinkweg Neede 247 27 431 -363 206 206
ABCTA terrein Beltrum -304 334 106 40 -115 -115
De Mölle Haarlo -40 -1 -41 -41
De Heuver Gelselaar 442 17 459 100 359
Leusinksbrink Ruurlo 632 93 91 634 634
Het Nieuwe Jena 14 14 14
Totaal Onderhanden Werk 5.286 615 1.523 -609 4.987 663 4.324
Boekwaarde per 31 december 2019 na verwerking resultaat 4.987
Raming nog te maken kosten ¹ 3.792
Raming nog te verwachten opbrengsten 9.827
Verwacht eindresultaat exploitatie (-/- is voordelig) -1.048
¹: Dit betreft de raming van kosten exclusief de rentelast over de verwerking van het resultaat 2019. Dit effect wordt bij het Meerjarenperspectief grondexploitaties 2020 meegenomen.

Uitzettingen met een duur korter dan 1 jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen met een duur korter dan 1 jaar
Uitzettingen korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Vorderingen op openbare lichamen 8.628 6.161
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen
Overige verstrekte kastgeldleningen
Uitzettingen in 's Rijks schatkist < 1 jaar 3.434 4.739
Rekening-courantverhouding met het Rijk
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen 4.970 5.810
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier < 1jaar
Overige vorderingen 830 1.846
Overige uitzettingen (Schatkistbankieren)
Totaal 17.862 18.557
De vorderingen op openbare lichamen zijn ultimo 2019 gestegen ten opzichte van 2018. Dit heeft te maken met een hogere vordering met betrekking tot het btw-compensatiefonds. De uitzettingen in 's Rijks schatkist < 1 jaar is lager. In 2019 is er geen geld geleend aan decentrale overheden. De overige vorderingen zijn gedaald
De mutaties in Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen hebben geheel betrekking op Exploitatiemaatschappij Leusinkbrink BV. Wij zijn van mening dat er een reëel risico bestaat dat deze vordering in rekening courant op een particuliere ontwikkelaar niet (geheel) door deze vennootschap of haar aandeelhouders kan worden voldaan. De vennootschap moet haar verplichtingen aflossen uit de verkoop van kavels. Deze vertegenwoordigen eind 2018 een boekwaarde binnen de vennootschap van € 6.128.012. Als gevolg van een aantal kavelverkopen in 2019 zal deze boekwaarde eind 2019 circa € 1 miljoen lager zijn. De vordering van de gemeente op de ontwikkelaar uit hoofde van financiering bedraagt per 31 december 2019 € 4.970.372. Hiertegenover staat een gelijke verplichting van de gemeente jegens de BNG. Wij plaatsen vraagtekens bij de afzetprognoses voor woningbouwkavels en de planologische haalbaarheid van nog te ontwikkelen plandelen. Wij beschikken niet over woningmarktcijfers die de toegepaste waardering door de vennootschap onderbouwen. Op basis van de vastgestelde Structuurvisie Wonen Ruurlo 2017-2025 houden we rekening met een beperking van het aantal te bebouwen woningbouwkavels. De ontwikkelaar heeft naar aanleiding daarvan een juridische procedure in gang gezet om enerzijds onverkorte nakoming van de overeenkomst uit 2001 te bepleiten en anderzijds schade te claimen. De rechtbank heeft in haar vonnis van 17 oktober 2018 de eisen van de ontwikkelaar afgewezen voor de plandelen Zuid en Noord en niet ontvankelijk verklaard voor de fase Zoomgebied en Zone Enkeerdlaan. De ontwikkelaar heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De gemeente onderzoekt in het kader van de Laddertoets voor duurzame verstedelijking hoe de behoefte aan nieuwbouw van woningen zich zowel kwantitatief als kwalitatief zou moeten vertalen in haalbare bestemmingsplannen en een daarop gebaseerde realistische begroting. Ondanks tekenen van een voorzichtig herstel op de woningmarkt blijft het perspectief voor de langere termijn zorgelijk vanwege het wegvallen van de regionale vraag door een daling van het aantal huishoudens.
Voor het gemeentelijk aandeel in het risico zijn of worden de nodige maatregelen getroffen. Zo is binnen de gevormde voorziening voor demografische ontwikkelingen rekening gehouden met een verlies op de exploitatie van bouwgronden die in het bezit van de gemeente zijn. Ook is als onderdeel van de verantwoording over de gemeentelijke grondexploitatie een inschatting van de risico’s en het weerstandsvermogen gemaakt. Op basis van de goedkeurende accountantsverklaring, die door Crop registeraccountants op 24 juli 2018 bij de jaarrekening 2017 van de vennootschap is afgegeven, achten wij een afwaardering van onze vordering op de vennootschap - voor haar aandeel in het risico en aanvullend op al getroffen voorzieningen - op dit moment niet aan de orde.
Drempelbedrag Schatkistbankieren
Volgens artikel 52c van het BBV moet worden vermeld wat het drempelbedrag is voor het begrotingsjaar en het bedrag dat per kwartaal buiten 's Rijks schatkist is aangehouden. Dit is verwerkt in het overzicht hieronder.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (Bedragen X € 1.000)
Verslagjaar 2019
(1) Drempelbedrag 873,8
Kw. 1 Kw. 2 Kw. 3 Kw. 4
(2) Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden 22 39 36 21
(3a) = (1)>(2) Ruimte onder het drempelbedrag 852 835 838 853
(3b) = (2)>(1) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
(1) Berekening drempelbedrag
Verslagjaar
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar 116.503
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan 500 miljoen euro 116.503
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen euro niet te boven gaat 0
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van € 250.000 Drempelbedrag 874
(2) Berekening kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kw. 1 Kw. 2 Kw. 3 Kw. 4
(5a) Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 1.948 3.527 3.329 1.914
(5b) Dagen in het kwartaal 90 91 92 92
(2) - (5a)/(5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden 22 39 36 21

Liquide middelen

Terug naar navigatie - Liquide middelen
Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Kassaldi 2 2
Banksaldi 860 689
Totaal 862 691

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa
Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Nog te ontvangen bedragen EU
Nog te ontvangen bedragen van het Rijk 758 258
Nog te ontvangen overige overheid 1.962 226
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen 5.617 9.385
8.337 9.869

Reserves

Terug naar navigatie - Reserves
Eigen vermogen
Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Algemene reserve 21.497 37.581
Bestemmingsreserves:
Bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven 2.541 2.594
Overige bestemmingsreserves 63.641 55.860
Gerealiseerde resultaat 6.969 -1.675
Totaal 94.647 94.361
Het verloop wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven.
(Bedragen x € 1.000)
Saldo 1-1-2019 Toevoeging Onttrekking Bestemming resultaat Ver-mindering ter dekking afschrijving Saldo 31-12-2019
Algemene reserve 37.581 9.547 25.630 1 21.497
Bestuurlijke claims 9.320 29.459 3.028 35.750
Egalisatiereserve Afval 2.594 53 2.541
Egalisatiereserve investeringen 7.880 62 7.818
Algemene reserve bouwgrond-exploitatie 3.697 -478 3.219
Inkomensreserves 5.643 5.643 0
Onderhoud wegen 6.000 5.313 687
Onderwijs-huisvesting 6.966 2 60 11 6.897
Herstructurering 6.401 2.500 3.901
Nadelen decentralisaties 7.863 2.495 5.368
Hameland 2.090 2.090 0
Totaal 96.036 38.530 46.812 74 87.679
Gerealiseerde resultaat 6.969
Totaal 94.647
Onder 'Bestemming resultaat' staan de toevoegingen die voortkomen uit de bestemming van het resultaat van het vorige dienstjaar. Onder de afschrijvingen staan de verminderingen vermeld in verband met afschrijvingen op activa. Deze afschrijvingen worden gedekt uit reserves.
Algemene reserve
Deze reserve heeft een bufferfunctie en dient in eerste instantie als weerstandscapaciteit. Als het weerstandsvermogen groter is dan 2 en de solvabiliteit groter dan 35% dan kan de reserve gebruikt worden als incidenteel dekkingsmiddel.
Bestuurlijk claims
Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve bevat de gereserveerde bedragen voor dekking van genomen raadsbesluiten.
Egalisatiereserve afval
Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt gebruikt voor het egaliseren van tekorten en overschotten op het product afvalverwijdering en -verwerking. Door gebruik te maken van deze reserve zorgen we ervoor dat betaalde afvalstoffenheffing ook gebruikt wordt voor afvalverwijdering en inzameling.
Egalisatiereserve investeringen
Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve dient ter dekking van de kapitaallasten van investeringen.
Algemene reserve bouwgrondexploitaties
Deze reserve heeft een bufferfunctie. De reserve wordt gebruikt om verliezen in de bouwgrondexploitaties op te vangen.
Inkomensreserve
Deze reserve had een inkomensfunctie. De reserve is opgeheven bij het vaststellen van de nota reserves en voorzieningen.
Onderhoud wegen
Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet voor het realiseren van onderhoud aan wegen.
Onderwijshuisvesting
Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet voor het realiseren van investeringen in en afwaarderingen van onderwijshuisvesting.
Herstructurering
De reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet om kosten te dekken die voortkomen uit de herstructurering van (bouwgrond)locaties in Berkelland. Daar waar woningbouw niet meer mogelijk of gewenst is.
Nadelen decentralisaties
Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve wordt ingezet om de eventuele nadelen van de decentralisaties af te dekken.
Hameland
Deze reserve heeft een bestedingsfunctie. De reserve werd ingezet om de gevolgen van de transitie en liquidatie van Hameland te dekken. De reserve is opgeheven bij de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen
Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht weergegeven.
(Bedragen X € 1.000)
Saldo 1-1-2019 Toevoeging Vrijval Aan-wending Saldo 31-12-2019
Voorziening pensioenen wethouders 4.473 718 326 4.865
Wachtgeld wethouders 363 -16 131 216
Voorziening Spaarverlof 88 -58 30
Afwikkeling muziekschool De Triangel 133 67 66
Personele lasten GBT 25 5 20
Voorziening riolering 7.303 593 849 5.860
Totaal 12.385 644 1.378 11.057 11.057
In de kolom vrijval zijn de bedragen opgenomen welke ten gunste van de rekening van baten en lasten zijn vrijgevallen. Alle aanwendingen van de voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht.
Personeelsvoorzieningen
De personeelsvoorzieningen zijn in het leven geroepen om toekomstige lasten die het gevolg zijn van personele ontwikkelingen op te kunnen vangen. Het gaat met name om de lasten die voortvloeien uit mobiliteitsvoorzieningen en de lasten voor pensioenen en wachtgelden van wethouders. Met ingang van 2014 is een voorziening gevormd voor de wachtgeldverplichtingen van de voormalige medewerkers van muziekschool 'De Triangel'. Met ingang van 2016 is een voorziening gevormd voor de afbouw personeelslasten van voormalige medewerkers die in dienst zijn getreden bij het GBT.
Investeringen met economisch nut
Er is een voorziening gevormd voor rioleringsinvesteringen. De grondslag hiervan vinden we in het watertakenplan.
Voorziening riolering.
In het najaar van 2014 heeft de commissie BBV een dwingend advies gegeven de lasten voor groot onderhoud en vervanging van riolering onder te brengen in een voorziening. Naar aanleiding van dit advies is de bestemmingsreserve riolering opgeheven en zijn de middelen toegevoegd aan deze voorziening.

Vaste schulden met een looptijd langer dan 1 jaar

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een looptijd langer dan 1 jaar
Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar.
De onderverdeling van de in de balans opgenomen vaste schulden is als volgt:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde 31-12-2019 Boekwaarde 1-1-2019
Obligatieleningen
Onderhandse leningen:
-binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
-binnenlandse banken en overige financiële instellingen 43.954 46.702
-binnenlandse bedrijven
-overige binnenlandse sectoren
-buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen
Totaal 43.954 46.702
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2019.
(Bedragen X € 1.000)
Saldo 1-1-2019 Vermeerderingen Aflossingen Saldo 31-12-2019
Obligatieleningen
Onderhandse leningen:
-binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
-binnenlandse banken en overige financiële instellingen 46.702 2.747 43.954
-binnenlandse bedrijven
-overige binnenlandse sectoren
-buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Door derden belegde gelden
Waarborgsommen
Vooruitontvangen bedragen > 1 jaar
Totaal 46.702 2.747 43.954
Onderhandse leningen:
De totale rentelast voor 2019 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 2.068.686.

Vlottende Schulden

Terug naar navigatie - Vlottende Schulden
Netto vlottende schulden < 1 jaar
De in de balans opgenomen netto vlottende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Kasgeldleningen bij openbare lichamen Art 1a fido
Kasgeldleningen 11.700 6.400
Banksaldi 1.015
Schulden aan openbare lichamen 19 31
Overige schulden 3.733 2.803
Totaal 16.467 9.234

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva
Overlopende passiva
De in de balans opgenomen overlopende passiva kunnen als volgt gespecificeerd worden:
(Bedragen X € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2019 Boekwaarde per 1-1-2019
Verplichtingen 6.437 6.902
Vooruitontvangen bedragen EU
Vooruitontvangen bedragen van het Rijk 828 374
Vooruitontvangen bedragen van overige overheden 2.106 1.224
Overige vooruitontvangen bedragen tbv volgend begrotingsjaar 2.660 5.829
Totaal 12.031 14.329
Vooruitontvangen bedragen
Onderstaand een overzicht het verloop uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel:
Vooruitontvangen bedragen van het Rijk stand 1/1 bij-boeking afboeking stand 31/12
Niet bestede specifieke uitkering onderwijs achterstandenbeleid 25 126 151
Vooruitontvangen bedragen van overige overheden stand 1/1 bij-boeking afboeking stand 31/12
Functievermenging locatie Kolkman Gelselaar 0 353 353
Fietsbanen Berkelland 3 4 7
Sterrenpalet 15 15 0
Niet bestede subsidie gezonde jeugd 15 15 0
Niet bestede. subsidie landschapsregeling 43 43 0
POHO vrijetijdseconomie 888 55 943
Plan van Aanpak invasieve exoten 10 10
Specifieke Uitkering Sport 20 20
De Heuver Gelselaar 620 620
Agenda Vitaal platteland 145 85 60
Niet bestede subsidie ISV3 geluid 44 44
Niet bestede provinciale subsidie geluidsanering B lijst woning 21 21 0
Niet bestede provinciale bijdrage Pilot Beltrum 51 51

Analyse resultaat

Terug naar navigatie - Analyse resultaat
Analyse resultaat
(Bedragen X € 1.000)
Het resultaat over 2019 is € 6.969 Positief
Het resultaat bestaat uit
Resultaat op grondexploitaties van € 793 Positief
Resultaat op de bedrijfsvoering van € 6.176 Positief
Totaal rekening resultaat € 6.969 Positief
Het bedrijfsresultaat wordt gerealiseerd door de volgende ontwikkelingen:
(Bedragen X € 1.000)
Onderwerp Bedrag Incidenteel/Structureel
1 Bedrijfsvoering: personeelskosten 1.376 I
2 Bedrijfsvoering: ontwikkelkosten 531 I bestemmen
3 Ondersteuning SDOA 227 I/S
4 Statushouders/Powervrouwen 220 I bestemmen
5 Personeelskosten voormalig SW medewerkers 229 I/S
6 Loonkosten begeleide participatie 372 I
7 Sociaal Domein -1.058 I/S
8 Afrekening SDOA 1.045 I
9 Riolering 593 I bestemmen
10 Bijdrage N18 647 I bestemmen
11 ODA 184 I bestemmen
12 GREX 793 I
13 Algemene uitkering 355 I
14 OZB 160 I/S
15 Onvoorzien 200 I
16 Omgevingswet 350 I
17 BCF GR's 271 I/S
18 Kleinere verschillen 474 I
Totaal 6.969
1 Bedrijfsvoering: personeelskosten
In 2019 zijn er heel veel vacatures geweest. De vele pensioneringen eind 2018 en de geplande kwaliteitsimpulsen op cruciale plekken in de organisatie konden door de krapte op de arbeidsmarkt moeilijk of niet worden ingevuld. Daarnaast hadden we te maken met relatief veel zieke en zwangere medewerkers. Hiervoor hebben we budget en voor zwangere medewerkers ontvangen we zelf inkomsten. Vaak lukte het niet of laat om geschikte invulling van de tijdelijke vacature te vinden.
2 Bedrijfsvoering: ontwikkelkosten
2019 heeft in het teken gestaan van verdere ontwikkeling van de zelforganisatie. We maken stappen, maar het kost meer tijd. Hierdoor hebben we niet alles op kunnen pakken als gepland. De kosten die gemoeid gaan met opleidingen (€ 178.000), kwaliteitsbudget (€ 305.000) en invoering functiewaarderingssysteem HR21 (€ 48.000) zullen in 2020 op ons afkomen.
3 Ondersteuning SDOA
In 2019 is er meer ondersteuning gegeven aan de Sociale Dienst, met name op het gebied van communicatie en informatiemanagement. Dit levert een voordeel op van € 127.000. Daarnaast ramen we jaarlijks € 100.000 voor inhuur om eventuele extra vraag van de SDOA op te kunnen vangen. In de praktijk worden deze kosten vaak ten laste van de teambudgetten gebracht.
4 Statushouders/Powervrouwen
De taakstelling voor de te huisvesten statushouders viel in 2019 lager uit dan aanvankelijk geraamd. Raming was 50, uiteindelijke taakstelling 30. 25 personen konden daadwerkelijk gehuisvest worden. Hierdoor vielen de kosten voor maatschappelijke begeleiding lager uit. In 2019 begonnen met de voorbereiding op de nieuwe inburgering. Het is nog onduidelijk welke taken de gemeente uiteindelijk zal krijgen. Daarvoor zal een gedeelte van het restant overgezet worden naar 2020.
Power vrouwen: Onderdeel van de activiteit; We stimuleren nieuwe vormen van ondersteuning, hulp en zorg. Power Vrouwen is een tweejarig project. Van het Rijk hebben we eenmalig geld ontvangen voor de looptijd van het project. Het restant zal daarom overgezet worden naar 2020.
5 Personeelskosten voormalig SW medewerkers
Hieronder vallen o.a. de kosten voor opleiding, arbo en vervoerskosten van de voormalige SW-medewerkers. Hoewel het kostenverloop grillig is, kunnen we constateren dat de raming van deze kosten structureel te hoog is geraamd. De raming is in 2020 eenmalig met € 30.000 bijgesteld, maar een structurele aanpassing van € 120.000 is te realiseren.
6 Loonkosten begeleide participatie
Dit zijn de loonkosten van de voormalige SW-medewerkers. Deze doelgroep heeft geen aanwas en door natuurlijk verloop is ze sneller afgenomen dan was geraamd. Verder hebben we inkomsten van het UWV ontvangen, waaronder het lage inkomensvoordeel. Deze hadden we niet geraamd.
7 Sociaal Domein
Het nadeel bestaat uit meerdere afwijkingen:
1. WMO ZIN structureel nadeel € 384.000
Over het afgelopen jaar is het beroep van inwoners op zorg in natura gestegen. Binnen de WMO is er sprake geweest van de wetswijziging op het abonnementstarief. Daar is in de begroting zo goed mogelijk rekening mee gehouden. Uiteindelijk zijn de lasten toch hoger uitgekomen. Dit doet zich met name voor bij de “oude” WMO voorzieningen, rolstoelen, woonvoorzieningen en vervoer. Ook op deze voorzieningen is het abonnementstarief van toepassing. Daar is echter in begroting niet afdoende rekening mee gehouden.
2. Jeugdzorg ZIN structureel nadeel € 1.342.000
Ten aanzien van de jeugdzorg is er sprake van een toenemende vraag naar voorzieningen. Gemiddeld zijn er over het hele jaar 100 extra inwoners geregistreerd die gebruik maken van jeugdzorg. Met name op het gebied van Ambulante hulpverlening, GGz en Verblijf is er sprake van hogere lasten. Deze lasten zijn ook moeilijk te prognosticeren omdat er veelal sprake is van externe verwijzingen. De invloed van de gemeente daarop is beperkt. Bovendien kan de zorg al ingezet worden in afwachting van de administratieve afhandeling van de gemeente met de zorgaanbieders. Dit leidt tot een groot bedrag aan nagekomen lasten.
3. Uitvoeringsplan incidenteel voordeel € 120.000
Er zijn lagere lasten voor uitvoering doorbelast aan het programma.
4. Algemene voorzieningen structureel voordeel € 344.000
Onder deze activiteit worden met name subsidies aan verschillende instellingen verwerkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de subsidie aan Betula en Yunio (Consultatiebureau). Op de begroting 2019 is een voordeel zichtbaar van bijna € 400.000,-. Dit komt met name door de afbouw van de subsidie aan Betula. Zoals afgesproken, blijft het budget wel beschikbaar voor toekomstige voorzieningen. Voor het overige bestaat dit voordeel uit verschillende kleine bedragen, niet besteed subsidiebudget.
5. PGB structureel voordeel € 204.000
In Berkelland gaan we zorgvuldig en terughoudend om met het inzetten van een PGB. Vanaf 2015 is er sprake van een gestaag dalende lijn voor wat betreft de lasten.
8 Afrekening SDOA
Afgelopen jaar is het volume van cliënten in de Participatiewet afgenomen met 3,7%. De primaire begroting ging uit van een afname van 1%. Daarnaast was de verwachting dat de doelgroep met werk en een structurele aanvullende loonkostensubsidie sneller zou groeien. Verder zien we door het gunstige economische klimaat dat er structureel minder beroep gedaan wordt op de bijzondere bijstand.
Tegen deze positieve ontwikkelingen staant de toename in de overheadkosten. Er zijn veel nieuw intiatieven en projecten gestart voor een betere afstemming tussen aanbod en vraag. Als gevolg hiervan heeft SDOA veel externen ingehuurd. Deze zijn duurder dan vast personeel. Eén van de oorzaken is ook de btw component.
9 Riolering
De kapitaallasten zijn minder hoog dan dat we hadden geraamd. Dit komt doordat:
1. De werkelijke rente over de boekwaarde 0,79 % was in plaats van begroot 1%
2. Na vaststelling van de begroting 2019 een nieuwe afschrijvingssystematiek is toegepast. Dit houdt in dat pas wordt afgeschreven over de investering in het jaar na gereedkoming van het project, waar we dat eerder bij ontvangst van de eerste faktuur al deden.