Het resultaat over 2019 is € 6.969.000 Positief
Het resultaat bestaat uit:
Resultaat op grondexploitaties van € 793.000 Positief
Resultaat op reguliere exploitatie van € 6.176.000 Positief
Totaal rekening resultaat € 6.969.000 Positief
Het bedrijfsresultaat wordt gerealiseerd door de volgende ontwikkelingen:
Statushouders/Powervrouwen (€ 220.000 incidenteel)
De taakstelling voor de te huisvesten statushouders viel in 2019 lager uit dan aanvankelijk geraamd. Raming was 50, uiteindelijke taakstelling 30. 25 personen konden daadwerkelijk gehuisvest worden. Hierdoor vielen de kosten voor maatschappelijke begeleiding lager uit. In 2019 begonnen met de voorbereiding op de nieuwe inburgering. Het is nog onduidelijk welke taken de gemeente uiteindelijk zal krijgen. Daarvoor zal een gedeelte van het restant overgezet worden naar 2020.
Power vrouwen: Onderdeel van de activiteit; We stimuleren nieuwe vormen van ondersteuning, hulp en zorg. Power Vrouwen is een tweejarig project. Van het Rijk hebben we eenmalig geld ontvangen voor de looptijd van het project. Het restant zal daarom overgezet worden naar 2020.
Personeelskosten voormalig SW medewerkers (€ 229.000 incidenteel/structureel)
Hieronder vallen o.a. de kosten voor opleiding, arbo en vervoerskosten van de voormalige SW-medewerkers. Hoewel het kostenverloop grillig is, kunnen we constateren dat de raming van deze kosten structureel te hoog is geraamd. De raming is in 2020 eenmalig met € 30.000 bijgesteld, maar een structurele aanpassing van € 120.000 is te realiseren.
Loonkosten begeleide participatie (€ 372.000 incidenteel)
Dit zijn de loonkosten van de voormalige SW-medewerkers. Deze doelgroep heeft geen aanwas en door natuurlijk verloop is ze sneller afgenomen dan was geraamd. Verder hebben we inkomsten van het UWV ontvangen, waaronder het lage inkomensvoordeel. Deze hadden we niet geraamd.
Zorg in Natura en PGB (-€ 1.058.000 incidenteel/structureel)Het nadeel bestaat uit meerdere afwijkingen:
WMO ZIN structureel nadeel € 384.000
Over het afgelopen jaar is het beroep van inwoners op zorg in natura gestegen. Binnen de WMO is er sprake geweest van de wetswijziging op het abonnementstarief. Daar is in de begroting zo goed mogelijk rekening mee gehouden. Uiteindelijk zijn de lasten toch hoger uitgekomen. Dit doet zich met name voor bij de “oude” WMO voorzieningen, rolstoelen, woonvoorzieningen en vervoer. Ook op deze voorzieningen is het abonnementstarief van toepassing. Daar is echter in begroting niet afdoende rekening mee gehouden.
Jeugdzorg ZIN structureel nadeel € 1.342.000
Ten aanzien van de jeugdzorg is er sprake van een toenemende vraag naar voorzieningen. Gemiddeld zijn er over het hele jaar 100 extra inwoners geregistreerd die gebruik maken van jeugdzorg. Met name op het gebied van Ambulante hulpverlening, GGz en Verblijf is er sprake van hogere lasten. Deze lasten zijn ook moeilijk te prognosticeren omdat er veelal sprake is van externe verwijzingen. De invloed van de gemeente daarop is beperkt. Bovendien kan de zorg al ingezet worden in afwachting van de administratieve afhandeling van de gemeente met de zorgaanbieders. Dit leidt tot een groot bedrag aan nagekomen lasten.
Uitvoeringsplan incidenteel voordeel € 120.000
Er zijn lagere lasten voor uitvoering doorbelast aan het programma.
Algemene voorzieningen structureel voordeel € 344.000
Onder deze activiteit worden met name subsidies aan verschillende instellingen verwerkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de subsidie aan Betula en Yunio (Consultatiebureau). Op de begroting 2019 is een voordeel zichtbaar van bijna € 400.000,-. Dit komt met name door de afbouw van de subsidie aan Betula. Zoals afgesproken, blijft het budget wel beschikbaar voor toekomstige voorzieningen. Voor het overige bestaat dit voordeel uit verschillende kleine bedragen, niet besteed subsidiebudget.
PGB structureel voordeel € 204.000
In Berkelland gaan we zorgvuldig en terughoudend om met het inzetten van een PGB. Vanaf 2015 is er sprake van een gestaag dalende lijn voor wat betreft de lasten.
Afrekening SDOA (€ 1.045.000 incidenteel)
Afgelopen jaar is het volume van cliënten in de Participatiewet afgenomen met 3,7%. De primaire begroting ging uit van een afname van 1%. Daarnaast was de verwachting dat de doelgroep met werk en een structurele aanvullende loonkostensubsidie sneller zou groeien. Verder zien we door het gunstige economische klimaat dat er structureel minder beroep gedaan wordt op de bijzondere bijstand.
Tegen deze positieve ontwikkelingen staant de toename in de overheadkosten. Er zijn veel nieuw intiatieven en projecten gestart voor een betere afstemming tussen aanbod en vraag. Als gevolg hiervan heeft SDOA veel externen ingehuurd. Deze zijn duurder dan vast personeel. Eén van de oorzaken is ook de btw component.
Riolering (€ 593.000 incidenteel)
De kapitaallasten zijn minder hoog dan dat we hadden geraamd. Dit komt doordat:
De werkelijke rente over de boekwaarde 0,79 % was in plaats van begroot 1%
Na vaststelling van de begroting 2019 een nieuwe afschrijvingssystematiek is toegepast. Dit houdt in dat pas wordt afgeschreven over de investering in het jaar na gereedkoming van het project, waar we dat eerder bij ontvangst van de eerste faktuur al deden.
Een groot aantal rioleringswerkzaamheden nog in uitvoering zijn.
Bijdrage N18 (€ 647.000 incidenteel)
In 2019 hebben wij van Rijkswaterstaat een bedrag ontvangen van € 647.400. Dit bedrag is een compensatie voor asfaltschade c.q. afwaardering wegennet van € 193.900 en voor kosten van hard- en software van verkeersregelinstallaties van € 453.500. De kosten komen in 2020.
ODA (€ 184.000 incidenteel)
Het afgelopen jaar werd de ODA geconfronteerd met wetswijzigingen, PFAS problematiek en PAS. Als gevolg daarvan lagen veel bouwactiviteiten stil. Omdat de ODA aan uitputfinanciering doet, heeft zij een lagere bijdrage gevraagd aan de gemeente. De verwachting is dat de ODA voor 2020 de bijdrage zal verhogen gezien de inhaalslag die gepleegd moet worden. Daarnaast zullen de overheadkosten niet veel meer kunnen dalen om de daling in de omzet te compenseren. Daarom wordt de Raad verzocht het restant over te zetten naar 2020.
GREX (€ 793.000 incidenteel)
Het positieve resultaat over 2019 is overwegend het gevolg van extra ruimte voor nieuwbouw van woningen op basis van de vastgestelde toetsingscriteria. Dit komt tot uitdrukking in het toestaan van plannen waar voorheen op basis van de Structuurvisies Wonen kavels wegbestemd zouden worden.
Algemene uitkering (€ 355.000 incidenteel)
In 2019 hebben we eenmalige (hogere) bijdragen ontvangen voor de kerkenvisie, powervrouwen, veiligheidspilot en warmtetransitie. Hierdoor hebben we een hogere algemene uitkering ontvangen dan begroot. De reguliere uitkering valt door lagere rijksuitgaven als gevolg van achterblijvende investeringen lager uit.
OZB (€ 160.000 incidenteel/structureel)
De hogere inkomsten zijn deels incidenteel door afrekeningen van voorgaande jaren. Het andere deel heeft een structureel karakter door meer woningen en bedrijven.
Onvoorzien (€ 200.000 incidenteel)
Er is in 2019 geen gebruik gemaakt van de post onvoorzien.
Omgevingswet (€ 350.000 incidenteel)
De omgevingswet wordt volledig gedekt uit de algemene reserve. Het is een langlopend project tot de implementatie van deze nieuwe wet per 1 juli 2021. Afgelopen jaar zijn vooral veel extra manuren ingezet. Deze extra manuren konden opgelost worden in de bestaande formatie.
BCF GR's (€ 271.00 incidenteel/structureel)
In de begroting is er rekening gehouden dat we de BTW voorheffing kunnen compenseren bij het BTW-compensatiefonds. Bij het opstellen van de begroting was de verwachting dat de te compenseren btw van SDOA rond de € 200.000 zou uitkomen. Echter door met name meer inhuur van derden is de btw component groter geworden dan verwacht. Daarnaast zijn bij diverse partijen (GGD, VNOG, Erfgoedcentrum, Regio VNG en Veilig thuis) de totale kosten gestegen waardoor het bedrag aan doorschuif btw ook navenant is toegenomen.
Bedrijfsvoering: personeelskosten (€ 1.376.000 incidenteel) In 2019 zijn er heel veel vacatures geweest. De vele pensioneringen eind 2018 en de geplande kwaliteitsimpulsen op cruciale plekken in de organisatie konden door de krapte op de arbeidsmarkt moeilijk of vooralsnog niet worden ingevuld.
Bedrijfsvoering: ontwikkelkosten (€ 531.000 incidenteel)
2019 heeft in het teken gestaan van verdere ontwikkeling van de organisatie maar door de verhoogde werkdruk als gevolg van het relatief hoge aantal vacatures hebben we niet alles op kunnen pakken als gepland. De kosten die gemoeid gaan met opleidingen, kwaliteitsbudget (€ 305.000) en invoering functiewaarderingssysteem HR21 zullen in 2020 op ons afkomen.
Ondersteuning SDOA (€ 227.000 incidenteel/structureel)
In 2019 is er meer ondersteuning gegeven aan de Sociale Dienst, met name op het gebied van communicatie en informatiemanagement. Dit levert een voordeel op van € 127.000. Daarnaast ramen we jaarlijks € 100.000 voor inhuur om eventuele extra vraag van de SDOA op te kunnen vangen
Kleinere verschillen (€ 474.000 incidenteel)
In deze specificatie hebben we de grootste verschillen van 2019 in kaart gebracht. De jaarrekening kent meerdere afwijkingen, zowel voor- als nadelig. Per saldo hebben deze toch een redelijke omvang. Bij de programma's wordt vaak nader ingegaan op deze mutaties.