In deze bijlage zijn de verplichte indicatoren opgenomen zoals voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording. De beleidsindicatoren hebben in de meeste gevallen geen relatie met onze doelstellingen en activiteiten. De gegevens worden voor het grootste gedeelte via de website 'waar staat je gemeente' verzameld. Daar worden de nieuwste beschikbare cijfers gepubliceerd, net zo als de vergelijking met Nederland. De cijfers in deze bijlage zijn van 1 maart 2023.
Indicator | eenheid | bron | omschrijving | Berkelland | Nederland | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Plezierig Wonen | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||||
Nieuw gebouwde woningen | per 1.000 woningen | Basisregistraties adressen en gebouwen - bewerking ABF Research | Nieuw gebouwde woningen, exclusief overige toevoegingen, zoals transformaties. | 2,4 | 6,2 | 4,1 | 3,5 | 5,1 | 5,1 | 3,3 | 7,2 | 8,2 | 8,6 | 9,2 | 8,9 | 8,9 | 9,3 | |
Demografische druk | % | CBS Bevolkingsstatistiek | Het aantal personen van 0 tot 20 jaar én 65 jaar of ouder per honderd personen van 20 tot 65 jaar. | 81,7 | 81,8 | 82,8 | 83,9 | 84 | 83,3 | 83,5 | 68,5 | 69 | 69,6 | 69,8 | 70 | 70,1 | 70,3 | |
Fijn Leven | ||||||||||||||||||
Absoluut verzuim | per 1.000 leerlingen | DUO/Ingrado | Het aantal leer- of kwalificatieplichtige jongeren dat absoluut verzuimer is (geweest) gedurende het schooljaar: de jongere is niet ingeschreven bij een onderwijsinstelling en beschikt niet over een vrijstelling. De periodeaanduiding '2021' staat voor schooljaar '2020/2021'. | 1 | 0,6 | 1,8 | 1,8 | 2,1 | 2,4 | 2,7 | 2,7 | |||||||
Relatief verzuim | per 1.000 leerlingen | DUO/Ingrado | Het relatieve aantal leer- of kwalificatieplichtige jongeren zonder vrijstelling dat langer dan 4 opeenvolgende weken niet ingeschreven was op school. De periodeaanduiding '2021' staat voor schooljaar '2020/2021'. | 12 | 15 | 20 | 16 | 13 | 13 | 27 | 27 | 25 | 25 | 20 | 20 | |||
Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) | % | DUO/Ingrado | Vsv’ers zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Een startkwalificatie is een havo of vwo diploma of minimaal een mbo-2 diploma. Het vsv-percentage staat voor het aantal vsv’ers als percentage van het aantal onderwijsdeelnemers die aan het begin van het schooljaar ingeschreven staan. De periodeaanduiding '2021' staat voor schooljaar '2020/2021'. | 0,7 | 0,9 | 0,9 | 1 | 1,2 | 1,4 | 1,7 | 1,8 | 1,9 | 2 | 1,7 | 1,9 | |||
Omvang huishoudelijk restafval | kg per inwoner | CBS statistiek Huishoudelijk afval | Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval. | 252 | 252 | 268 | 169 | 190 | 154 | 189 | 178 | 172 | 161 | 170 | 169 | |||
Zorg voor wie dat nodig heeft | ||||||||||||||||||
Verwijzingen Halt | per 1.000 jongeren | Stichting Halt | Het aantal verwijzingen Halt per 1.000 inwoners van 12 t/m 17 jaar. Jongeren van 12 t/m 17 jaar die een licht strafbaar vergrijp plegen, worden door de politie of leerplichtambtenaren naar Bureau Halt verwezen voor een passende Halt-straf. Zij krijgen leeropdrachten en er volgen gesprekken met de jongere en de ouders. Op deze manier kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie. | 8 | 8 | 9 | 9 | 6 | 9 | 14 | 13 | 12 | 13 | 11 | 8 | |||
Jongeren met een delict voor de rechter | % | CBS Jeugd | Het percentage jongeren (12 t/m 21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||||
Achterstand onder jeugd - Kinderen in uitkeringsgezin | % | CBS Jeugd | Percentage kinderen tot 18 jaar die in een gezin leven dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bijstandshuishouden is een huishouden waarvan minimaal één lid een bijstandsuitkering ontvangt. Onder bijstand wordt hier uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) verstaan. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. | 4 | 4 | 4 | 3 | 4 | 3 | 7 | 7 | 7 | 6 | 6 | 6 | |||
Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren | % | CBS Jeugd | Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker | 2 | 2 | 2 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Lopende re-integratievoorzieningen | per 10.000 inwoners van 15-64 jaar | CBS - Participatiewet | Het aantal reintegratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | 398,9 | 438,6 | 453,5 | 466,1 | 552,4 | 255,5 | 271,3 | 305,2 | 207 | 202 | |||||
Jongeren met jeugdhulp | % van alle jongeren tot 18 jaar | CBS Jeugd | in percentage van alle jongeren tot 18 jaar, per 1 januari Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014), en in natura door de zorgaanbieder is geleverd. PGB gefinancierde hulp en zorg valt hier dus buiten. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Zorg in Natura wordt direct vergoed aan de zorgverlener zonder tussenkomst van de zorggebruiker. In het kader van de jeugdzorg betekent dit dat de hulp rechtstreeks door de gemeente wordt vergoed. Persoonsgebonden budget (PGB)is een geldbedrag waarmee de zorggebruiker zelf zorg, begeleiding, hulp, hulpmiddelen of voorzieningen in kan kopen. Deze wordt verstrekt via de Sociale verzekeringsbank (SVB) maar is ook afkomstig van de gemeente. | 13,4 | 10,8 | 13,2 | 10,7 | |||||||||||
Jongeren met jeugdbescherming | % | CBS Jeugd | in percentage van alle jongeren tot 18 jaar, per 1 januari Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’. | 1,4 | 1,4 | 1,2 | 1,1 | |||||||||||
Jongeren met jeugdreclassering | % | CBS Jeugd | in percentage van alle jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar, per 1 januari Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de overtreding of het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. | 0,2 | 0,3 | 0,3 | ||||||||||||
Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo | per 10.000 inwoners | CBS - Monitor Sociaal Domein WMO | Aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeen | 470 | 480 | 510 | 680 | 710 | 740 | 680 | 620 | 620 | 640 | 680 | 700 | 649 | 640 | |
Werken en ondernemen in een sterke regio | ||||||||||||||||||
Functiemenging | % | CBS BAG/LISA - bewerking ABF Research | De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. | 45,6 | 46,1 | 46,1 | 46,6 | 46,7 | 47,1 | 52,3 | 52,5 | 52,9 | 53,3 | 53,2 | 53,3 | |||
Vestigingen (van bedrijven) | per 1.000 inw.15 t/m 64jr | LISA | Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar. | 140,1 | 141,2 | 147,6 | 149,4 | 152,9 | 154,3 | 136,4 | 139,6 | 145,2 | 151,2 | 158,1 | 165,1 | |||
Banen | per 1.000 inwoners van 15-64 jaar | CBS Bevolkingsstatistiek / LISA - bewerking ABF Research | Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. De indicator betreft het aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar. | 598,3 | 613,3 | 619 | 637,5 | 641,8 | 653,5 | 753,9 | 763,1 | 777,7 | 794,4 | 796,2 | 805,5 | |||
Netto arbeidsparticipatie | % | CBS - Arbeidsdeelname | Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. | 66,5 | 68,1 | 68,7 | 68,4 | 70,5 | 70,4 | 73,1 | 67,1 | 67,9 | 69,1 | 70 | 69,6 | 70,4 | 72,2 | |
Personen met een bijstandsuitkering | per 10.000 inwoners | CBS - Participatiewet | Het aantal personen met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015). De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen. | 205,3 | 224,4 | 207,5 | 198,5 | 259,5 | 228,3 | 412,8 | 418,6 | 401,1 | 381,7 | 459,7 | 431,2 | |||
Actief met duurzaamheid en energie | ||||||||||||||||||
Percentage bekende hernieuwbare elektriciteit | % | berekening | 3,4 | 4,2 | 6,3 | 7,5 | 11,2 | 14,9 | 16,3 | 17,5 | 20 | 26,8 | ||||||
Sport is meer! | ||||||||||||||||||
Niet-sporters | % | Gezondheidsmonitor volwassenen (en ouderen), GGD’en, CBS en RIVM | Het percentage niet-wekelijkse sporters t.o.v. de bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet. | 46,5 | 47,4 | 48,7 | 49,3 | |||||||||||
Samen veilig | ||||||||||||||||||
Misdrijven - Geweldsmisdrijven | per 1.000 inwoners | CBS - Criminaliteit | Het aantal geweldsmisdrijven. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.). | 2,9 | 3,3 | 3,5 | 3,3 | 2,5 | 2,6 | 5,3 | 5 | 4,8 | 4,9 | 4,6 | 4,3 | |||
Misdrijven - Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) | per 1.000 inwoners | CBS - Criminaliteit | Hieronder vallen brandstichting, alle vormen van vernieling en misdrijven tegen de openbare orde en het openbaar gezag. Voorbeelden van misdrijven tegen de openbare orde en tegen het openbaar gezag zijn opruiing, huis-, computer- en lokaalvredebreuk, deelneming aan een criminele of terroristische organisatie, openlijke geweldpleging, godslastering, discriminatie en het doen van een valse aangifte. Omdat het delict mensenhandel vaak onder dezelfde feitcode geregistreerd wordt als het delict mensensmokkel worden deze twee delicten samengeteld en weergegeven bij de gewelds- en seksuele misdrijven. | 3,4 | 3,8 | 3 | 4,7 | 4,3 | 4,9 | 6,8 | 6 | 5,4 | 5,9 | 6,3 | 6 | |||
Misdrijven - Diefstallen uit woning | per 1.000 inwoners | CBS - Diefstallen | 2 | 1,7 | 1,2 | 1,4 | 0,7 | 0,9 | 3,3 | 2,9 | 2,5 | 2,3 | 1,8 | 1,3 | ||||
Misdrijven - Winkeldiefstallen | per 1.000 inwoners | CBS - Diefstallen | 0,6 | 0,5 | 0,3 | 0,6 | 0,3 | 0,6 | 2,3 | 2,2 | 2,2 | 2,3 | 2 | 1,8 | ||||
Algmeen bestuur en dienstverlening | ||||||||||||||||||
Gemiddelde WOZ-waarde | x €1.000 | CBS - Statistiek Waarde Onroerende Zaken | De WOZ-waarde van alle woningen. Alle verblijfsobjecten in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)met minimaal een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties worden als woning aangemerkt | 198 | 205 | 215 | 241 | 255 | 273 | 299 | 209 | 217 | 230 | 250 | 271 | 290 | 317 | |
Gemeentelijke woonlasten éénpersoonshuishouden | € | COELO, Groningen | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. | 600 | 658 | 644 | 629 | 648 | 705 | 689 | 651 | 644 | 651 | 665 | 700 | 733 | 823 | |
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden | € | COELO, Groningen | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. | 732 | 796 | 791 | 782 | 806 | 867 | 851 | 723 | 723 | 721 | 735 | 773 | 810 | 905 | |
Formatie | Fte per 1.000 inwoners | Eigen begroting | 6,22 | 6,85 | 6,9 | 7,5 | 7,9 | 8,3 | ||||||||||
Bezetting | Fte per 1.000 inwoners | Eigen begroting | 5,86 | 6,23 | 6,1 | 7,3 | 7,2 | 7,1 | ||||||||||
Apparaatskosten | Kosten per inwoner | Eigen begroting | 475,32 | 467,13 | 656,94 | 732,55 | 705,78 | 774,24 | ||||||||||
Externe inhuur | Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | Eigen begroting | 2,6 | 2,9 | 16,38 | 17,5 | 15 | 19 | ||||||||||
Overhead | % van totale lasten | Eigen begroting | 10,8 | 8,9 | 7,84 | 8,45 | 11,85 | 11,43 |