Uitgangspunten

Inleiding

Terug naar navigatie - Uitgangspunten - Inleiding

Begrotingsuitgangspunten zijn nodig om de begroting 2026-2029 op een consistente manier op te bouwen. Door de begrotingsuitgangspunten vast te leggen is ook voor iedereen terug te vinden waar bij het opstellen van de begroting rekening mee is gehouden. De uitgangspunten passen we toe op de begroting 2026. Voor de jaren erna hanteren we het principe van constante prijzen. Dit betekent dat we voor de jaren na 2026 uitgaan van een situatie waarin de kosten niet stijgen door loon, prijs of rente aanpassingen. Datzelfde geldt ook voor de inkomsten.

Uitgangspunten in het kort

Terug naar navigatie - Uitgangspunten - Uitgangspunten in het kort

 

 

Uitgangspunt
Lasten
Prijsstijging 2025 Op basis van de meicirculaire voorlopig 2,6%
Subsidies Op basis van meicirculaire 80% loonvoet, 20% prijsstijging. Voorlopig 2,12%
Gemeenschappelijke regelingen Begroting gemeenschappelijke regeling
Salarissen Op basis van meicirculaire. Voorlopig 2,0%
Kapitaallasten 1e afschrijving in het jaar na gereedkoming
Baten
Belasting onroerende zaken (OZB) Op basis van meicirculaire. Voorlopig 2,6%
Toeristenbelasting € 1,50
Overige belastingen Op basis van meicirculaire. Voorlopig 2,6%
Rioolrecht Kostendekkend
Afvalstoffenheffing Kostendekkend
Leges Voorlopig 2,6%
Overige opbrengsten Op basis van meicirculaire. Voorlopig 2,6%
Huren Driejaarsgemiddelde inflatie
Overige uitgangspunten
Prijspeil meerjarenbegroting Constante prijzen, prijspeil 2026
Algemene uitkering gemeentefonds Op basis van meicirculaire
BUIG Op basis van voorlopige beschikking

Toelichting uitgangspunten

Terug naar navigatie - Uitgangspunten - Toelichting uitgangspunten

Prijsstijging
Het inflatiepercentage halen we ieder jaar uit de gemeentefondscirculaire. Dit is het door het Centraal Planbureau (CPB) bepaalde percentage voor het komende begrotingsjaar (2026) voor overheidsbestedingen. 

 

Salarissen
De salarissen rekenen we door naar de formatie zoals die op 1 juni 2025 (begroting) bekend is. We gaan uit van een percentage van 2,0%. 

 

Gemeenschappelijke regelingen
Een groot deel van onze taken wordt uitgevoerd door gemeenschappelijke regelingen. Voor het uitvoeren van deze taken zijn wij een bijdrage verschuldigd. De bijdrage wordt jaarlijks door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling vastgesteld door de vaststelling van de begroting van de gemeenschappelijke regeling. Voor de perspectiefnota volgen wij de conceptbegrotingen van de verschillende gemeenschappelijke regelingen.

 

Kapitaallasten
De kapitaallasten van de gerealiseerde en lopende investeringen rekenen we voor de programmabegroting door na vaststelling van de jaarstukken. In de begroting 2026 nemen we het investeringsplan voor 2026 op. 


Belastingen (OZB)
Voor de OZB en overige belastingen hanteren we de volgende uitgangspunten:
• Vanaf 2022 wordt de autonome groei van het aantal woningen en bedrijven verwerkt in de begroting om hiermee extra lasten die vanuit deze groei ontstaan op te vangen;
• De tarieven worden gecorrigeerd voor de stijging van de waarde van woningen en bedrijven.

 

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting is in overeenstemming met de vastgestelde verordening.

 

Reclamebelasting

Het tarief voor de reclamebelasting wordt afgestemd met de Stichting Ondernemersfonds Berkelland. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de perceptiekosten, aan de stichting doorbetaald.

 


Riolering
De tarieven zijn kostendekkend.

 

Afval
De tarieven voor afval zijn kostendekkend. Dit betekent dat de tarieven stijgen zoals ook opgenomen in de eerste begrotingswijziging bij de begroting 2025. 

 

Leges
Het beleid is om kostendekkende tarieven te hanteren voor leges, overige diensten en overige opbrengsten. 

 

Overige opbrengsten
Onder overige opbrengsten valt bijvoorbeeld de verhuur van gebouwen en gronden.

 

Huren
Voor de huren sluiten we aan bij de maximale huurverhoging zoals die voor de sociale huurwoningen zoals deze van 2026 gaat gelden. Het driejaarsgemiddelde van de inflatie. Wij gebruiken daarbij voor de begroting 2026 de jaren 2022, 2023 en 2024.

 

Prijspeil meerjarenperspectief
Voor het meerjarenperspectief hanteren we constante prijzen en lonen. Het prijspeil in de begroting is dat van 2025. Dit betekent dat we prijsstijgingen niet doorrekenen aan de lastenkant in de volgende 3 jaren, maar ook niet aan de batenkant. Ook het meerjarenperspectief van de Algemene uitkering benaderen we op die manier.

 

Algemene uitkering gemeentefonds
De Algemene uitkering krijgen we van het Rijk. De ontwikkelingen van de Algemene uitkering meldt het Rijk via (gemeentefonds)circulaires. Voor de perspectiefnota gebruiken we de septembercirculaire 2024. Voor de primaire begroting baseren we ons op de informatie uit de meicirculaire 2025. 

 

Eenheden Algemene uitkering
De berekende eenheden in de Algemene uitkering zijn van belang bij het onderbouwen van begrotingsbudgetten. Naast eigen prognoses, maken we ook gebruik van schattingen van het Rijk en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Uitgangspunten beschikbaarstelling reserves en kredieten

Terug naar navigatie - Uitgangspunten - Uitgangspunten beschikbaarstelling reserves en kredieten

Beschikking over reserves
Het instellen van, het beschikken over en het toevoegen aan reserves is de bevoegdheid van de raad. Dit gebeurt via een afzonderlijk raadsvoorstel. Het kan ook onderdeel vormen van de begroting, een tussenrapportage of de jaarrekening.

 

Investeringskredieten
Bij de vaststelling van de begroting stelt de raad de investeringskredieten voor de betreffende jaarschijf beschikbaar. Na een collegebesluit over het feitelijke uitvoeringsplan worden kredieten definitief beschikbaar gesteld en kan de daadwerkelijke uitvoering starten.