Omschrijving (toelichting)
Wegen
We zien dat we de afgelopen jaren minder (snel) hebben geïnvesteerd in wegen dan waar we met de kapitaallasten in de begroting rekening mee houden. Er zit langere tijd tussen het enerzijds beschikbaar stellen van kredieten, de aanbesteding en uitvoering, en anderzijds de uiteindelijke oplevering van een werk. Hierdoor worden in de meerjarenbegroting opgenomen kapitaallasten niet volledig benut. Deze vrijval van kapitaallasten is overigens in 2024 benut om noodzakelijk onderhoud te plegen. Bij de Bestuursrapportage 2024 is € 400.000 onderuitputting
kapitaallasten afgeraamd, en bij klein onderhoud bijgeraamd. Omdat een eventuele inhaalslag qua investeringen meerdere jaren in beslag neemt kan deze onderuitputting ook structureel worden geraamd.
N.B. Het huidige onderhoudsbudget wegen is structureel al ontoereikend om het afgesproken kwaliteitsniveau wegen te handhaven. Het overall kwaliteitsniveau liep de afgelopen periode ook terug. Ook het investeringsniveau (vervangen/reconstrueren van wegen) is structureel te laag (zowel qua budget als qua realisatie) binnen onze gemeente. De afgelopen periode en de komende jaren wordt fors ingezet op het realiseren van reconstructies van wegen. We gaan daarmee de onderuitputting inlopen. Voor kapitaalslasten voor nieuwe investeringen is vanaf 2026 echter geen budget meer.
Indien er in een bepaald jaar noodzaak is voor meer klein/dagelijks onderhoud kan hier budget voor worden aangevraagd in de bestuursrapportage. Er is dan alleen niet meer met zekerheid dekking in de meevallers. De onderuitputting is immers al weggegeven. Het risico bestaat dan dat het niet budgettair neutraal past. Het vereist ook dat er panklare onderhoudswerkzaamheden voorhanden zijn die direct kunnen worden uitgevoerd wanneer de middelen in de bestuursrapportage geaccordeerd worden. Op de langere termijn zal dit “slimmer” begroten steeds minder bijdragen en zal er ook daadwerkelijk minder te besteden zijn, dan het huidige budgetniveau. Dit terwijl het huidige niveau al ontoereikend is.
Groen (inclusief begraafplaatsen)
Besparen op groen gaat niet zonder ook een maatschappelijk effect. O.a. door bezuinigingen in het verleden zijn de budgetten voor groen (inclusief bomen en begraafplaatsen) afgeroomd en is het groen al zo veel mogelijk onderhoudsarm ingericht. In het eind 2023 vastgestelde groenbeleidsplan is afgesproken (te streven naar) een onderhouds/kwaliteitsniveau B. Als de budgetten verder worden afgeroomd zullen we dit niveau niet kunnen bereiken of handhaven. Ook de budgetten voor bomenonderhoud staan op een laag niveau in verhouding tot het grote aantal bomen binnen onze gemeente. Het huidige budgetniveau kan net voorkomen dat veiligheidsrisico’s ontstaan als gevolg van achterstallig of te weinig bomenonderhoud.
Incidenteel bijramen (via de berap) is een (niet efficiënte) optie. Het overgrote deel van onze jaarlijkse uitgaven ligt vast in uitbestede bestekken/werkzaamheden. Daarnaast maken we gebruik van onze vaste buitendienst. Even bij- of afschakelen in groenonderhoud is niet makkelijk
en niet efficiënt.
Riool / OZB
Net als hiervoor bij wegen beschreven is er onderuitputting op de kapitaallasten van de riolering. In 2024 is er bij de bestuursrapportage 2024 € 600.000 afgeraamd. Als er verder geen extra kosten zijn dan wordt dit toegevoegd aan de voorziening riolering. Door voor de komende jaren een deel van deze onderuitputting te ramen kan ook het tarief (of de tariefstijging) van het rioolrecht naar beneden. De opbrengst uit rioolrechten bedraagt ongeveer € 7,5 miljoen. De bedragen van deze inventarisatie kunnen al bereikt worden door de komende jaren de jaarlijkse inflatiecorrectie met een paar procentpunten te verlagen. Door nu tegelijkertijd met de verlaging van de rioolrechten de OZB te verhogen kan dit bijdragen aan een sluitende meerjarenbegroting zonder dat per saldo de lastendruk voor onze inwoners toeneemt.
N.B. Het eind 2023 vastgestelde nieuwe watertakenplan 2024-2034 heeft een looptijd van 10 jaar (was voorheen 5 jaar). Daarbij is ook besloten dat het onderdeel ‘kostendekking van het watertakenplan (hoofdstuk 6)’ iedere vijf jaar wordt herijkt, voor het eerst in 2029. Beide uitgangspunten zijn bedoeld om te voorkomen dat de hoogte van de rioolheffing “voortdurend” tegen het licht wordt gehouden. Door in 2026 al de rioolheffing minder te verhogen dan afgesproken, verlaten we deze uitgangspunten.
De heffing is al verlaagd ten opzichte van het vorige watertakenplan en het investeringsniveau is al naar beneden bijgesteld. De inschatting is dat we de komende jaren meer investeringen gaan realiseren, we door scherper begroten ook vaker gebruik moeten maken van de voorziening riolering en we de onderuitputting gaan inlopen.
Algemene toelichting maatregelen 1,2 en 3
Deze bezuinigingsmaatregel hebben inhoudelijk uiteindelijk een negatief effect op de onderhoudstoestand van onze (ondergrondse) infrastructuur en openbare ruimte. Het structurele budget (exclusief kapitaallasten) bedraagt voor:
• wegen afgerond € 4 mln.(inclusief openbare verlichting, straatreiniging, waterkeringen, gladheidsbestrijding),
• riool afgerond € 3 mln, en
• groen afgerond 1,2 mln.
Actualisaties van onze beheerplannen geven weer dat het huidige budget al niet toereikend is om de kwaliteit van ons bezit te handhaven. Overigens verschijnen er landelijk periodiek onderzoeken dat overheden te weinig investeren in infrastructuur om de kwaliteit op orde te houden. Deze bezuinigingsmaatregelen hebben, zeker op termijn, negatieve inhoudelijke
gevolgen.