Een toekomstbestendig sociaal domein

Wat speelt er?

Terug naar navigatie - Wat speelt er?

Een toekomstbestendig sociaal domein: dat is waar we in Berkelland voor staan. We willen dat onze inwoners zo lang, zo vitaal en zo actief als mogelijk mee kunnen doen en zelf regie voeren. We willen dat onze jongeren veilig en ‘zo thuis mogelijk’ kunnen opgroeien en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen. We gaan voor de effectiefst mogelijke hulp en ondersteuning en voor zo min mogelijk kosten. Dit doen we vanuit een doorontwikkeling naar inclusief beleid waarbij problemen of hulpvragen niet gekoppeld worden aan specifieke groepen. We zijn ons er wel van bewust dat we door de openeinderegelingen hier zelf beperkte invloed op hebben.? 
De huidige uitgangspunten in het sociaal domein blijven onverminderd van kracht: positieve gezondheid, normaliseren, de-medicaliseren en werken vanuit de bedoeling. Deze zijn leidend in de transformatie van het sociaal domein: in het anders denken en doen als het gaat om het bieden van hulp en ondersteuning. In onze visie blijft centraal staan dat we hulp en ondersteuning bieden aan wie dat nodig heeft. Dat doen we binnen de beschikbare middelen en met de beschikbare menskracht. Dit is leidend in de opgave om hulp en ondersteuning nu en in de toekomst betaalbaar en beschikbaar te houden. Landelijk en lokaal is van belang dat er wordt ingezet op een gedrags- en cultuurverandering, waarin we als overheid minder overnemen van wat inwoners zelf kunnen en waarin we geen medische/ professionele inzet leveren wanneer dit niet noodzakelijk is.


Andere ontwikkelingen 
In het programma zijn hiernaast een aantal andere ontwikkelingen. In veel gevallen zijn de financiële effecten hiervan nog niet bekend, maar is onze inschatting dat de impact hiervan groot is. Het gaat hierbij om de invoering van de inkomensafhankelijke bijdragen Wmo (verwachte invoeringsdatum 1 januari 2026), de decentralisatie van Beschermd wonen (verwachte invoeringsdatum 1 januari 2026) en de implementatie van de Hervormingsagenda jeugd.  

Autonome ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Autonome ontwikkelingen

Volume ontwikkeling WMO

Ten aanzien van de Wmo is een duidelijke demografische ontwikkeling zichtbaar. Het aantal inwoners ouder dan 65 stijgt in de komende jaren en daarmee ook het beroep op voorzieningen. Vanaf de perspectiefnota 2024 hanteren we het VNG-voorspelmodel. Dit model brengt de ontwikkeling in beeld en koppelt daaraan ook een gedifferentieerde voorspelling van de Wmo-lasten in de komende jaren. Jaarlijks wordt het voorspelmodel herijkt en de voorspelling voor de eerstkomende jaarschijf scherp gesteld. 

Volgens het voorspelmodel groeien de lasten met € 499.000 in 2025 tot € 1.063.000 in 2027. Het voorstel is om voor de perspectiefnota de eerstvolgende jaarschijf van € 499.000 te hanteren en door te zetten in de jaren daarna. Dit omdat in de bepaling van de algemene uitkering voor de jaren na 2025 vooralsnog geen rekening wordt gehouden met de toekomstige demografische ontwikkeling, door aanpassing van bijvoorbeeld de maatstaf ouderen.

 

 

 

Volumeontwikkeling POH-Jeugd (Praktijk Ondersteuner Huisarts) 

Voor Jeugd geldt dat wij niet de enige toegangspoort voor de hulp-op-maat voorzieningen zijn. Deze hulp kan ook worden ingezet o.a. via de huisarts. Om regie te kunnen voeren op de kwaliteit van de zorg en de kosten hebben we vanuit Voormekaar  bij verschillende huisartsenpraktijken een POH Jeugd ingezet of een vaste contactpersoon huisartsen. De verwijzingen via de huisarts naar jeugdhulp zijn afgenomen door de nauwe samenwerking met Voormekaar. Kortdurende hulpverlening doen we daar waar het kan zelf. In de praktijk wordt het niet vaak ingezet door Voormekaar, wel vanuit de POH's jeugd. Omdat nog niet in alle huisartsenpraktijken een POH actief is, maar dit gezien bovenstaande effecten wel wenselijk is, zal (gecontroleerd) gestreefd worden om alle huisartsenpraktijken te voorzien van een POH.  

 

GGD

Op basis van de begroting van de GGD stijgen de lasten met € 60.000.

 

Essentiele functies 

Essentiële functies zijn de integrale hoog specialistische zorgvormen die zich richten op kwetsbare kinderen en hun gezinnen en/of netwerk. Hoewel er de laatste jaren positieve ontwikkelingen zijn in de jeugdzorg en veel kinderen goede zorg krijgen, zijn er ook nog steeds kinderen met een complexe zorgvraag die vastlopen in het systeem. Om die situaties op te lossen, is het nodig om de hoog specialistische zorg anders en beter te organiseren. Voor dit type zorg heeft de regio onvoldoende schaalgrootte om de hoog specialistische kennis regionaal te waarborgen. We willen deze zorg verbeteren, transformeren én de beschikbaarheid garanderen. Dat kan alleen als de jeugdhulpregio’s deze essentiële functies in een bovenregionale samenwerking (56 gemeenten) samen met de zorgaanbieders gaan organiseren. We gaan het bestaande anders doen onder de noemer Integrale hoog specialistische zorg en verblijf. Integrale hoog-specialistische zorg is een integraal “totaalpakket” van zorg met verblijf voor de kinderen die in aanmerking komen voor de essentiële functies.  

 

Bedragen x € 1.000 2025 2026 2027 2028
Volumeontwikkeling WMO -499 -499 -499 -499
POH -47 -47 -47 -47
GGD -60 -60 -60 -60
Meerjaren saldo -606 -606 -606 -606

Nieuw Beleid

Terug naar navigatie - Nieuw Beleid

Team zorg en veiligheid

Sinds 2020 hebben we te maken met diverse autonome ontwikkelingen en wetswijzigingen die van invloed zijn op ons werk in het sociaal domein. 

Vanaf 1 januari 2020 is de Wet verplichte ggz in werking getreden. Deze nieuwe wet brengt nieuwe taken en verantwoordelijkheden met zich mee. Met de komst van een meldpunt is het voor inwoners mogelijk om een melding te maken over iemand waar zij zich zorgen over maken. Deze meldingen moeten vervolgens door de gemeente in behandeling worden genomen en onderzocht worden. Sinds december 2022 is er landelijk een vernieuwde aanpak voor dak- en thuisloosheid ingevoerd (Eerst een Thuis) waarbij er steviger ingezet wordt op het voorkomen van dak- en thuisloosheid en er een veel nadrukkelijker focus op wonen ligt. Dit vraagt meer inzet van ons als gemeente. Daarnaast is het Rijk voornemens om beschermd wonen te door decentraliseren van centrumgemeenten naar alle lokale gemeenten. De invoering werd gepland voor 1 januari 2022 en is nu wederom uitgesteld naar 1 januari 2026. Vooruitlopend op de invoering van deze nieuwe wetgeving zijn we in Berkelland per 1 januari 2022 al wel gestart met het overnemen van de toegang tot beschermd wonen en de daarmee gepaard gaande ambulantisering. Tot slot zijn er in juni 2023 afspraken vastgelegd in de Hervormingsagenda Jeugd met als doel om de jeugdzorg te verbeteren en financieel gezonder te maken. In nauwe samenhang met het ‘Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming’, neemt hiermee de verantwoordelijkheid van de gemeente toe.  

  

Om te voldoen aan de toenemende verantwoordelijkheid en taken, met name op het gebied van complexe casussen waarbij veiligheid in het geding is, zijn we in januari 2023 gestart met het opgaveteam Zorg en Veiligheid. Deze pilot blijkt succesvol te zijn. De kosten (105.000) zijn niet structureel geraamd. Een deel van de kosten kunnen we structureel dekken uit de middelen die we ontvangen voor het uitvoeren van de Wet verplichte ggz (36.000 euro). Het resterende bedrag van 69.000 euro nemen we op in deze perspectiefnota.

 

Uitbreiding regionale capaciteit kwaliteit, toezicht en handhaving Wmo en Jeugdwet 

De Achterhoekse gemeenten werken nauw samen in de uitvoering van de Wmo en Jeugdwet, waarbij het voorkomen van zorgfraude en het aanpakken van mogelijke onrechtmatigheden met zorggeld een belangrijk onderdeel is. De gemeenten gaan uit van vertrouwen maar geen blind vertrouwen. De gemeenten zetten in op goede kwaliteit en rechtmatige verstrekking van zorg die aan (kwetsbare) inwoners geboden wordt. De gemeenten gaan meer en sterker inzetten op het voorkomen van zorgfraude. De regionale inzet voor kwaliteit, toezicht en handhaving wordt hiertoe vergroot. Dit is een wettelijke taak van gemeenten. Voor een effectieve uitvoering van het toezicht is de bestaande inzet waarmee is gestart in de Achterhoek echter te minimaal en kwetsbaar. De huidige inzet voor de Achterhoekse gemeenten bestaat uit regionaal 1 fte kwaliteitsmedewerker/toezichthouder, aangevuld met een aantal uren (kwaliteitsonderzoeken) Wmo toezicht ingekocht bij de GGD NOG. Met de regionale uitbreiding van 2 fte denken we, in vergelijking met andere regio's, een redelijk advies te geven om de capaciteit in eerste aanzet op orde te kunnen brengen. 

Mogelijke besparingen

Terug naar navigatie - Mogelijke besparingen

Effecten van de huidige stuurmaatregelen  

Tot en met de begroting 2022 werd de ruimte binnen het sociaal domein bepaald door het uitgangspunt dat “de nieuwe taken (lees Wmo en Jeugdzorg) uitgevoerd worden binnen de middelen die daarvoor door het rijk beschikbaar worden gesteld”. Dit hield in dat voordelen die in de begroting ook zichtbaar werden, ingezet werden om de nadelen op andere onderdelen te dempen. Inmiddels is de begroting vanaf 2023 gebaseerd op historische gegevens, het VNG-voorspelmodel en aanpassingen als gevolg van prijsontwikkelingen (indexering en loonkostenstijgingen). Dit maakt dat de realisatie beter past op de begrote bedragen. De gerealiseerde opbrengsten die zo in beeld komen door de huidige ingezette sturingsmaatregelen kunnen hiermee ingezet worden als ombuiging. Het maakt het ook mogelijk om budget waarop voordelen zichtbaar zijn aan te passen en in te zetten als bezuiniging. Wanneer de eerdere uitgangspunten voor de begroting (het hanteren van reële historische gegevens met inachtneming van het VNG-voorspelmodel en toepassing van indexering voor loon en prijsstijgingen) gehanteerd blijven worden is het reëel om de bezuinigingsmogelijkheid op te voeren.
Mogelijke besparing:   

Wmo

  €    45.000 

Jeugdzorg 

  € 212.000 

Woonvoorzieningen

 € 145.000 

Het risico is dat er altijd sprake kan zijn van zeer complexe en/of specialistische trajecten die incidenteel zorgen voor sterke overschrijdingen. Daartoe dient de melding in de risicoparagraaf.   

 

Effect landelijke hervormingsagenda

Onderdeel van het ravijnjaar is het tekort in de Jeugdzorg. De commissie van Wijzen heeft het Rijk voor dit tekort verantwoordelijk gesteld. Voor de helft heeft het rijk een oplossing gevonden in de hervormingsagenda. De andere helft is niet door het Rijk opgelost. We mogen er na de uitspraak van de commissie van wijzen vanuit gaan dat wij hiervoor gecompenseerd worden. Voor Berkelland gaat het om een bedrag van € 1,7 mln. Uit oogpunt van zorgvuldigheid en de verwachting dat de regionale inkoop nog de nodige lasten met zich mee gaat brengen nemen we € 600.000 op als verwachte compensatie.