De weg naar een sluitende meerjarenbegroting

“Door Rijkskortingen op het Gemeentefonds wordt ons begrotingssaldo per 2026 ruim € 8 miljoen negatief. We hebben al eerder besloten dat we ons met een inventarisatie van bezuinigingsmogelijkheden voorbereiden op dit negatieve scenario. In deze Perspectiefnota 2025 hebben we al een tiental maatregelen genomen om het tekort terug te brengen. Het betreft vooral maatregelen in de categorie krapper, risicovoller ramen. Het zijn geen maatregelen waardoor we nu ook daadwerkelijk minder voor de inwoner of samenleving gaan maken, kopen, subsidiëren of bijdragen dan in 2023. Een neveneffect van de maatregelen is wel dat er minder ruimte in de komende begrotingen zit om indien nodig of bij incidenten extra inzet te plegen binnen de budgetten. De maatregelen maken ook dat onze reserves afnemen of minder groeien. Dit heeft effect op toekomstige investeringsmogelijkheden. Deze maatregelen hebben we fase 1 genoemd. 

 

Onder andere de VNG zet zich blijvend in om het Rijk te bewegen de kortingen op het Gemeentefonds te schrappen of te beperken. Omdat we niet verwachten dat dat voldoende soelaas biedt gaan we verder met het inventariseren van bezuinigingsmogelijkheden. Deze aanvullende bezuinigingsmaatregelen hebben we fase 2 genoemd. Positieve structurele effecten op onze begroting uit de analyse van de jaarrekeningresultaten van de afgelopen jaren zijn al ingeboekt met de maatregelen uit fase 1. Fase 2 betreft de inventarisatie van € 7 miljoen tekort oplossende maatregelen. Helaas zullen deze maatregelen in meerdere of mindere mate een negatieve impact hebben op inhoudelijk te bereiken doelen en maatschappelijke effecten. Het in beeld brengen van de negatieve impact van de maatregelen op te bereiken doelen en maatschappelijke effecten maakt deel uit van de inventarisatie. Overigens zal niet alleen het gebrek aan inkomsten ons noodzaken tot bezuinigen. De arbeidsmarkt is historisch krap. We krijgen (en hebben nu al) te weinig mensen om dat wat we nu doen (op de huidige manier) te blijven doen.

 

Voor fase 2 resteert ongeveer € 6 miljoen aan inhoudelijke maatregelen te kiezen uit de op te stellen inventarisatie van € 7 miljoen. De betreffende maatregelen zullen ertoe leiden dat we daadwerkelijk minder voor de inwoner of samenleving gaan maken, inkopen, subsidiëren of bijdragen dan in 2023/2024. Duidelijk is dat het overgrote deel van de inventarisatie daadwerkelijk moet worden voorgesteld / gekozen, hiermee is de uiteindelijke keuze- of afwegingsruimte beperkt. Mede daarom moet participatie minder hoog op de participatieladder plaatsvinden dan destijds bij Berkelland in Balans. Participatie zal vooral informerend zijn en daar waar we andere afspraken hebben, bijvoorbeeld bij adviesraden, conform de betreffende afspraken.

 

De planning van fase 2 van de bezuinigingen is als volgt: 

  • In de zomer 2024 wordt het participatieproces nader uitgelijnd, uitgangspunt is goede communicatie en informeren.
  • Begin oktober 2024 maakt het college de inventarisatie openbaar.
  • In oktober en november 2024 loopt het participatieproces.
  • In januari of februari 2025 worden de inhoudelijke bezuinigingsvoorstellen aangeboden aan de raad.