Voorwoord

Deze perspectiefnota 2024 is de opmaat naar de Programmabegroting 2024-2027. Het meerjarenperspectief dat we nu presenteren is aanzienlijk ongunstiger dan bij de vorige Programmabegroting 2023-2026. Dit komt voornamelijk doordat we nu, net als de Rijksoverheid, de prijsstijgingen over 2022 en 2023 hoger inschatten dan een jaar geleden. Dit werkt structureel door over de komende jaren. Het Rijk heeft eind vorig jaar al aangekondigd dat (in de meicirculaire) in ieder geval een beperkte ‘compensatie’ komt voor die prijsstijging over 2022 en 2023. Wij verwachten echter dat het onvoldoende zal zijn om een positief meerjarensaldo te krijgen.  


Ons perspectief heeft nu een beperkt tekort voor 2024 en een fors tekort in 2026 en 2027. Als de meicirculaire meevalt kunnen wij in september zonder ingrijpende bezuinigingen een sluitende begroting (jaarschijf) voor 2024 presenteren. Met een aantal technische maatregelen en de kaasschaafmethode  kunnen we haar dan sluiten. Anders gezegd: “We begroten met durf en varen scherper aan de wind.” Een sluitende jaarschijf 2024 is in principe voldoende voor onze toezichthouder. We verwachten dan wel tekorten te presenteren op de jaarschijven 2026 en 2027. 


Met een rekeningoverschot van € 7,7 miljoen in 2022 klinkt dat misschien vreemd. Maar in onze begroting moeten we structurele lasten dekken met structurele inkomsten. Het rekeningresultaat van 2022 is eenmalig en daarmee kunnen we de prijsstijgingen niet dekken. Wat wel kan en we nu ook doen is het dekken van investeringen in onderwijs en sport. In de Programmabegroting 2023-2026 hebben we al aangegeven te gaan reserveren voor deze grote investeringen van tientallen miljoenen. Destijds was er nog zicht op overschotten in het meerjarenperspectief. Die er nu niet meer zijn. Er blijven dus minder mogelijkheden om geld te reserveren over. 


Eind april publiceerde het Rijk de voorjaarsnota. Deze voorjaarsnota van het Rijk heeft consequenties voor de inhoud van de nog te verschijnen (waarschijnlijk rond 1 juni) meicirculaire 2023 van het gemeentefonds. We willen op basis van de voorjaarsnota van het Rijk geen voorschot nemen op de uitkomst van de meicirculaire, maar het lijkt er in ieder geval op dat het extra nadeel in 2027 wat kleiner wordt. Dat is gunstig voor ons. Al zal er volgens de VNG (in haar ledenbrief van 17 mei 2023 over deze voorjaarsnota) nog steeds sprake zijn van een grote terugval van financiële middelen in het gemeentefonds vanaf 2026. De VNG blijft in gesprek met het Rijk over de korting. Wij zien op dit moment nog geen noodzaak om al concrete ombuigingen voor te stellen om de geprognosticeerde tekorten in 2026 en 2027 op te lossen. We bereiden ons met een inventarisatie van mogelijkheden wel voor om gemotiveerd met voorstellen te komen als de meicirculaire tegenvalt. Of als actie van de VNG richting het Rijk niet tot resultaten leidt. 


Op het moment van samenstellen van deze perspectiefnota 2024 zijn de uitkomsten van de meicirculaire nog niet bekend. Wij sturen u daarom, waarschijnlijk bijna gelijktijdig met het ontvangen van deze perpectiefnota, een raadsbrief met de uitkomsten van de meicirculaire en welk perspectief dat voor de gemeente Berkelland geeft.