Onderhoud/investeringen in wegen
In 2011 heeft u besloten om voor de onderhoudskwaliteit van wegen het scenario 'overwegend laag' te hanteren. Daarbij is voor grotere delen van het areaal gekozen voor kwaliteitsniveau ‘laag’. De meer doorgaande wegen en de wegen in het centrum worden onderhouden op kwaliteitsniveau ‘basis’. Voor de fietspaden is gekozen voor kwaliteitsniveau ‘hoog’.
De kosten voor wegenonderhoud en de kapitaalslasten voor investeringen in wegen nemen de komende jaren toe en we zullen daarvoor in de komende jaren middelen moeten vrijmaken in de (meerjaren) begroting, willen we ons afgesproken niveau (overwegend laag) kunnen vasthouden. Onderstaande (Berkellandse) kenmerken zijn van invloed op het onderhoud en kwaliteit van het wegenareaal:
- We hebben een groot areaal van (met name asfalt) wegen gelegen in het buitengebied, dat door een toename van zwaar (landbouw gerelateerd) verkeer steeds zwaarder belast wordt en daardoor sneller slijt en sneller aan reconstructie toe is;
- De huidige profilering (inrichting) van wegen voldoet op veel plekken niet aan huidige eisen en het hedendaagse gebruik;
- We hebben veel last van wortelopdruk van bomen dicht langs wegen;
- Binnen de verschillende kernen zijn de wegen voornamelijk uitgevoerd in elementen;
- Het wegenareaal is verouderd met als resultaat dat diverse wegconstructies het einde van de levensduur naderen of al hebben bereikt;
- Stijgende prijzen met name in 2021 en 2022.
Kerncijfers
De gemeente Berkelland heeft in totaal 770 km verharde wegen met een oppervlakte van 3,9 miljoen m2, ofwel bijna 400 hectare. Hiervan ligt 54% buiten de bebouwde kom en 46% binnen de bebouwde kom. Het grootste deel van het areaal bestaat uit asfaltverharding (circa 60%). Daarnaast is er 39% elementenverharding (tegels, betonstraatstenen, klinkers. etc.) en een klein gedeelte (circa 1%) cementbetonverharding.
Wat gaan we doen?
Vanuit de vakgroep wegen worden de reguliere onderhoudswerkzaamheden en monodisciplinaire (wegen)projecten opgepakt. Op basis van inspecties en het afgesproken kwaliteitsniveau ‘overwegend laag’ wordt jaarlijks bepaald welke wegen onderhouden of vervangen (gereconstrueerd) worden.
In de laatste maanden van 2021 zijn alle wegen binnen de gemeente geïnspecteerd (conform de CROW-systematiek 'globale visuele weginspectie) en in 2023 voeren we weer inspectierondgang uit. Aan de hand van de resultaten van elke inspectie wordt de onderhoudsplanning aangepast. De weginspectie levert ook belangrijke gegevens over het beheerareaal, die worden ingezet om de beheerdata beter op orde te maken. Vanaf 2022 is dat een belangrijk focuspunt, net als de implementatie van de principes van assetmanagement (sturen op prestaties, middelen en risico’s, het asset centraal).
Financiën
Vanaf 2023 is het structurele budget voor wegenonderhoud met € 500.000 verhoogd. Dit bedrag (€ 500.000) is echter ook bedoeld om (net als in 2023) de kapitaalslasten voor nieuwe investeringen in wegen (in 2024 en verder) te dekken. (Het bedrag dat niet opgebruikt wordt door kapitaalslasten, wordt ingezet voor regulier onderhoud.) Dat betekent dat dit bedrag met elke nieuwe investering kleiner wordt en er over enkele jaren geen ruimte meer is voor nieuwe investeringen. Er is dan dus ook geen sprake meer van een (tijdelijke) verhoging van het onderhoudsbudget. We zijn voor het reguliere onderhoud dan weer terug bij het oorspronkelijke (lage) budget voor onderhoud.
Er is in 2024 en 2025 nog ruimte binnen bovengenoemd bedrag om de kapitaalslasten voor investeringen in nieuwe wegen te dekken. Vanaf 2025/2026 en verder zal dit budget (de toegevoegde € 500.000 in 2023) zijn opgebruikt. We staan namelijk voor grote investeringen de komende jaren. Zo is binnen het project Neede Noordoost de komende jaren minimaal € 4 miljoen nodig voor investeringen in wegen. Ook vanuit het rioleringsbudget is hiervoor geld benodigd (€ 5.000.000), maar hiervoor is dekking vanuit het watertakenplan.
Er zijn echter ook op andere plekken binnen de gemeente Berkelland investeringen hoognodig in wegen. Gecombineerd met de benodigde investeringen in Neede Noord Oost zal er vanaf 2025/2026 en verder dekking gevonden moeten worden voor de noodzakelijke investeringen in wegen. Ook is structureel voldoende budget voor regulier onderhoud benodigd. Als we structureel te weinig onderhoud aan wegen uitvoeren, zullen de wegen eerder toe zijn aan een volledige reconstructie. Hierdoor zijn we op de langere termijn veel duurder uit. Om bovenstaande inzichtelijk te maken en goed keuzes te kunnen maken, maken wij in 2023 een nieuw beleidsplan wegen, dat begin 2024 aan u voorligt ter besluitvorming.
Rioolheffing
Het uitgangspunt voor de rioolheffing is 100% kostendekkende tarieven op termijn. Op basis van het watertakenplan 2018 is de inschatting gemaakt dat de tarieven de komende jaren, naast de inflatiecorrectie, jaarlijks met 2% extra moeten stijgen om op een kostendekkend niveau te komen. Tekorten of overschotten op het taakveld riolering worden verrekend met de egalisatievoorziening riolering. Deze voorziening dient ervoor om tegenvallers en meevallers op te vangen en voorkomt grote schommelingen in de tarieven.
We stellen voor de rioolheffing met het inflatiepercentage te verhogen, maar om de trendmatige stijging van 2% van de rioolheffing in 2024 echter achterwege te laten. We zijn op dit moment bezig met het herijken van het Watertakenplan. Daarbij berekenen we ook de toekomstige onderhouds- en investeringskosten. Omdat de egalisatievoorziening riool (reserve) op dit moment van behoorlijke omvang is, willen we deze nieuwe berekeningen afwachten. De nieuwe berekeningen geven ons inzicht het benodigde kostendekkende tarief in de toekomst en de benodigde (trendmatige) stijging per jaar. Eind 2023 zullen we u een geactualiseerd Watertakenplan voorleggen inclusief het meerjarig benodigde riooltarief om dit Watertakenplan te bekostigen.
Afvalstoffenheffing
We werken op dit moment aan de herijking van het VANG (Van afval naar grondstof) beleid. Ook binnen de afvalstoffenbegroting gaan we uit van een kostendekkend tarief. In 2023 is het tarief ondanks de inflatiecorrectie op begrotingsbasis niet kostendekkend. We zetten daarom in 2023 de 'voorziening afval' (voorheen 'egalisatiereserve' genoemd) in om de kosten te dekken. De voorziening afval zal daarom naar verwachting eind 2023, afhankelijk van het jaarresultaat, net onder of net boven het plafond van € 1.000.000 eindigen. Gezien de prijsontwikkelingen op alle fronten stellen we daarom voor om de afvalstoffenheffing voor 2024 minimaal te verhogen met het inflatiepercentage. Het tarief zal in 2024, ondanks deze inflatiecorrectie, op begrotingsbasis wederom waarschijnlijk niet kostendekkend zijn, waardoor we opnieuw gebruik zullen moeten maken van de voorziening afval. Eind 2024 zal de voorziening afval naar waarschijnlijkheid een eind onder het plafond eindigen.