het sociaal domein: dat is waar we in Berkelland voor staan. We willen dat onze inwoners zo lang, zo vitaal en zo actief als mogelijk mee kunnen doen en zelf regie voeren. We willen dat onze jongeren veilig en ‘zo thuis mogelijk’ kunnen opgroeien en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen. We gaan voor de effectiefst mogelijke hulp en ondersteuning en voor zo min mogelijk kosten. Dit doen we vanuit een doorontwikkeling naar inclusief beleid waarbij problemen of hulpvragen niet gekoppeld worden aan specifieke groepen. We zijn ons er wel van bewust dat we door de openeinderegelingen hier zelf beperkte invloed op hebben.
De huidige uitgangspunten in het sociaal domein blijven onverminderd van kracht: positieve gezondheid, normaliseren, de-medicaliseren en werken vanuit de bedoeling. Deze zijn leidend in de transformatie van het sociaal domein: in het anders denken en doen als het gaat om het bieden van hulp en ondersteuning. In onze visie blijft centraal staan dat we hulp en ondersteuning bieden aan wie dat nodig heeft. Dat doen we binnen de beschikbare middelen en met de beschikbare menskracht. Dit is leidend in de opgave om hulp en ondersteuning nu en in de toekomst betaalbaar en beschikbaar te houden. Landelijk en lokaal is van belang dat er wordt ingezet op een gedrags- en cultuurverandering, waarin we als overheid minder overnemen van wat inwoners zelf kunnen en waarin we geen medische / professionele inzet leveren wanneer dit niet noodzakelijk is.
Andere ontwikkelingen
In het programma zijn hiernaast een aantal andere ontwikkelingen. In veel gevallen zijn de financiële effecten hiervan nog niet bekend, maar is onze inschatting dat de impact hiervan groot is. Daarom lichten we deze ontwikkelingen hier toe.
1. Decentralisatie Beschermd wonen
Op dit moment is gemeente Doetinchem als centrumgemeente verantwoordelijk voor Beschermd wonen in de hele regio. Zij ontvangt de rijksmiddelen en betaalt ook de kosten. Per 1 januari 2022 is gestart met de doordecentralisatie, vanaf dat moment gaan alle gemeenten zich inzetten voor de betreffende inwoners. En vanaf 1 januari 2025 komt er een nieuwe financiële verdeling van de gelden over de gemeenten. Het financiële effect van dit hele proces (doordecentralisatie, verandering toegang, aanpassing rijksbekostiging,) is op dit moment nog niet bekend. We bereiden ons wel al voor op deze ontwikkeling, onder andere door de inzet van het opgaveteam Zorg en Veiligheid en de inzet van de dorpskamers.
2. Abonnementstarief Wmo
De invoering van het abonnementstarief in de Wmo (vanaf 1 januari 2019) heeft aantoonbaar geleid tot een aanzuigende werking, vooral bij huishoudelijke hulp. Wij zien dit ook direct terug in onze cijfers. Dit blijkt ook herhaaldelijk uit landelijk onderzoek (recent onder andere https://vng.nl/nieuws/onderzoek-toont-aan-uitgaven-sociaal-domein-opnieuw-gestegen?utm_medium=email). De gemeenten zijn hiervoor tot op heden niet voldoende gecompenseerd. Het vormt een belangrijke oorzaak van ons tekort in het sociaal domein. De verwachting is dat landelijke wetgeving om het abonnementstarief aan te passen 1 januari 2025 ingaat, maar het financieel effect hiervan is nog niet bekend.
3. Jeugdzorg
Eind 2020 concludeerde onderzoeksbureau AEF, in opdracht van het Rijk en de VNG, dat gemeenten tot € 1,8 miljard (structureel) meer uitgeven aan jeugdzorg dan ze aan rijksvergoeding ontvangen. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft een stuurgroep met vertegenwoordigers van de VNG en verschillende ministeries maatregelen uitgewerkt met het doel de uitgaven aan de jeugdzorg te beperken en het stelsel beheersbaarder te maken. Voor 2021 en 2022 heeft het kabinet incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld. Inmiddels is er een akkoord gesloten tussen de VNG en het Rijk. Er moet nog steeds bezuinigd worden, maar een deel van de bezuinigingen wordt uitgesteld. Ten opzichte van 2023 worden er in 2024 en 2025 geen aanvullende bezuinigingen doorgevoerd. Het is nog onduidelijk welke middelen er voor 2026 en daarna beschikbaar komen. in 2026 moet er landelijk € 961 miljoen worden bezuinigd. De exacte financiële gevolgen voor de algemene uitkering door dit akkoord worden wellicht in de meicirculaire 2023 duidelijk.
4. Nieuwkomers
Onder andere de oorlog in Oekraïne, maar ook de verhoogde taakstelling om statushouders van opvang te voorzien, maakt onze inzet op nieuwkomers groot. Dit heeft impact op veel aspecten van onze dienstverlening. Financieel is er sprake van risico omdat bij de opvang van Oekraïense ontheemden incidenteel (namelijk op basis van opvangplekken) rijksmiddelen worden toegekend, maar onze inzet een structureel karakter heeft.
Een toekomstbestendig sociaal domein
Autonome ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Autonome ontwikkelingenContract Leveranciers Management (CLM)
Het Sociaal Domein Achterhoek werkt intensief samen en heeft onder andere gezamenlijk de Wmo en Jeugdzorg ingekocht. Vanuit het Sociaal Domein Achterhoek is er de behoefte om het CLM door te ontwikkelen om een kwaliteitsslag te maken in het contractbeheer en kwaliteit. Het belang hiervan is groot; aangezien we via het CLM ongeveer € 12 miljoen aan contracten wegzetten. De doorontwikkeling vraagt een extra bijdrage voor Berkelland van € 38.000.
Volumestijging ZIN Wmo
Ten aanzien van de Wmo is een duidelijke demografische ontwikkeling zichtbaar. Het aantal inwoners ouder dan 65 zal in de komende jaren stijgen en daarmee ook het beroep op voorzieningen. Het VNG voorspelmodel brengt deze ontwikkeling in beeld en koppelt daaraan ook een gedifferentieerde voorspelling van de Wmo-lasten in de komende jaren. Volgens het voorspelmodel groeien de lasten met € 810.000 in 2024 tot € 1.635.000 in 2026 en verder. Ons voorstel is om voor de Perspectiefnota de eerste jaarschijf van € 810.000 te hanteren en door te zetten in de jaren daarna. Dit omdat in de bepaling van de algemene uitkering voor de jaren na 2024 vooralsnog geen rekening wordt gehouden met de toekomstige demografische ontwikkeling, door aanpassing van bijvoorbeeld de maatstaf ouderen.
Volumestijging ZIN Jeugdzorg
Hoewel het lastig blijft om alle ontwikkelingen in de Jeugdzorg en het financieel effect daarvan te voorspellen, is het beeld nu dat de lasten redelijk gelijk blijven aan voorgaande jaren en zelfs iets afnemen. Met name het woonplaatsbeginsel, waarbij we cliënten (vaak ook met relatief dure vormen van zorg) financieel hebben kunnen overdragen naar andere gemeenten, speelt daarbij een rol. Ook demografisch is er geen aanleiding om te vermoeden dat het beroep op Jeugdzorg gaat groeien. In de afgelopen jaren hebben we wel gezien dat er relatief meer intensieve en dus ook duurdere jeugdzorg wordt ingezet en dat trajecten langer duren. Hoewel dit fenomeen zeker een rol speelt met betrekking tot de lasten, vormt dit geen aanknopingspunt om een autonome ontwikkeling op te nemen in de Perspectiefnota.
Herijking Regionale inkoop per 1 juli 2023
De voorbereidingen voor het tweede contractjaar van de regionale inkoop Jeugd en Wmo per 1 juli 2023 zijn gestart. In de aanloop zal aan gecontracteerde aanbieders worden gevraagd voor dit tweede contractjaar een offerte in te dienen. Opdrachtnemer en opdrachtgever zijn verplicht wenselijke aanpassingen gedegen te onderbouwen met actuele data. Er zal onderzocht worden of de door aanbieders nieuw ingediende prijzen per plek reëel en voldoende onderbouwd zijn. Het betreft hier dus niet slechts een indexering van de plekprijzen, wat leidt tot een mogelijk budgettair risico waarvan de hoogte op dit moment niet in te schatten valt. We kunnen dit pas duiden (voor het totaal en per gemeente) nadat de aanbieders hun voorgestelde prijzen hebben ingediend, de gemeenten deze beoordeeld hebben en er definitieve herijkte lumpsumafspraken liggen. Eind juni zijn de uitkomsten bekend.
Bedragen x € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
CLM | -38 | -38 | -38 | -38 |
Volumestijging ZIN WMO (VNG voorspelmodel) | -810 | -810 | -810 | -810 |
Meerjaren saldo | -848 | -848 | -848 | -848 |
Nieuw Beleid
Terug naar navigatie - Nieuw BeleidVoor het sociaal domein ligt er nog een opdracht om in totaal voor € 1,763 miljoen aan besparingen te vinden. Voor de WMO gaat het om € 889.000 en voor de Jeugd om € 874.000. Als we realistischer willen begroten en als we het sociaal domein als een normaal onderdeel van onze begroting willen zien dan is het noodzakelijk dat we deze 'taakstelling' tegen het licht houden. We stellen daarin het volgende voor:
- In combinatie met het hanteren van het VNG voorspelmodel de taakstelling Wmo handhaven;
- De taakstelling Jeugdzorg doorhalen in combinatie met toepassing van de mogelijkheid die het rijk biedt heeft om een deel van de toekomstige toevoeging aan de algemene uitkering voor Jeugdzorg als baat te ramen.
Dit lichten we onderstaand toe.
Taakstelling WMO
Wanneer we het VNG Voorspelmodel hanteren, gaan we ervan uit dat we de Wmo-lasten in beeld brengen zonder dat er maatregelen worden genomen om het beroep op voorzieningen te verminderen. We hebben een aantal maatregelen doorgevoerd waarvan de verwachting is dat deze een dempend effect zullen hebben op het beroep op voorzieningen:
- Herstelgerichte ondersteuning;
- Arbeidsmatige- en ontwikkelingsgerichte dagbesteding;
- De samenwerkingsovereenkomst Wmo met Prowonen.
Daarnaast is er het perspectief van nieuwe wetgeving voor het abonnementstarief. Deze wetgeving wordt vanaf 1 januari 2025 verwacht.
De verwachting is dat we met deze maatregelen de taakstelling kunnen invullen.
Taakstelling Jeugdzorg
Het vermoeden is dat het beroep op Jeugdzorg onveranderd groot zal blijven en de constatering is dat sturen op jeugdzorg in de praktijk slechts zeer beperkt effect sorteert. We stellen daarom voor de taakstelling Jeugdzorg door te halen; te meer daar het Rijk de mogelijkheid biedt om een deel van de Jeugdmiddelen die formeel nog niet zijn toegewezen aan de algemene uitkering, te ramen als baat. Financieel heeft deze werkwijze een beperkt effect. Daar staat tegenover dat een taakstelling kan worden doorgehaald waar geen passende sturingsmaatregelen tegenover staan.
NB
Het voorgaande heeft geen betrekking op de financiële gevolgen van de herijking van de regionale inkoop per 1 juli 2023 en het doorwerkend effect daarvan op de lasten van 2024. Ook de tariefstijgingen als gevolg van indexering en loonontwikkelingen bij zorgaanbieders worden hier niet geadresseerd. Hiervoor is in algemene zin een bedrag opgenomen onder loonontwikkeling en indexering (algemene baten en lasten) waarin nu ook de lasten voor zorg in natura zijn opgenomen.
GALA
De ontwikkelingen rondom het GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord) zijn zowel relevant voor dit programma als het programma Sport en cultuur bewegen je!. Deze zijn beschreven onder het laatstgenoemde programma.